Een nat pak is zo gehaald in het moerasgebied de Westbroekse Zodden (
Artikel in het AD van 25-02-19. )
Boswachter Paul Suurmond van Staatsbosbeheer, dat het 100 hectare
grote natuurgebied beheert, prijst de Zodden aan als een ware
marktkoopman. ,,In het noorden de bossen van de Utrechtse Heuvelrug,
in het zuiden de stad Utrecht. En om je heen niets anders dan het geluid
van vogels. Prachtig!’’
Bang dat het natuurgebied door wandelaars wordt overlopen, is de
boswachter niet. Het Bert Bospad, dat door het natte gebied slingert,
kan het bezoek wel aan, verzekert hij. ,,Afgelopen zondag was het
afgeladen.’’
De Westbroekse Zodden ( zowel ‘broek’ als ‘zodde’ betekent
laag en moerassig land ) is een van de negen laagveengebieden in
Nederland die door Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten worden
beschermd. Een oer-Hollands landschap met bijzondere planten en
dieren, legt Suurmond uit tijdens een wandeling door het gebied.
In het laagveen werd vroeger turf gewonnen. Wat achterbleef nadat het
veen was afgegraven, waren ‘petgaten’ en ‘legakkers’:
langgerekte sloten en smalle stroken grond waarop het veen te drogen
werd gelegd.
De petgaten stroomden vol water en groeiden gaandeweg dicht met
struiken en bomen. ,,Als we niets zouden doen, zou het open veengebied
na verloop van tijd in een bos veranderen’’, legt Suurmond uit.
Zuurstof:
Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten sloegen de handen ineen en begonnen in 2013 het project ‘Nieuw leven in het veen’.
Een aantal petgaten werd opengegraven om veenvorming een kans te
geven. Op de bodem van de sloten hopen afgestorven planten en
bomen zich op en vormen steeds dikker wordende matten.
,,Omdat deze planten onder water liggen, zijn ze afgesloten van zuurstof. Daardoor verteren ze niet.’’
Staatsbosbeheer en natuurmonumenten vergelijken het opknappen van
de laagveengebieden met de restauratie van het Rijksmuseum in
Amsterdam. ,,Ze maken deel uit van onze cultuurhistorie, ons nationale
erfgoed. En dat willen we graag behouden.’’
Veenvorming is een proces van lange adem, legt Suurmond uit.
,,De aangroei is gemiddeld een millimeter per jaar.’’
Het is niet vanzelfsprekend dat de veenvorming slaagt. Met name de Amerikaanse rivierkreeft, die in het gebied rijkelijk voorkomt, bedreigt al
knagend de planten onder water.
Daarnaast komt de bedreiging van de omgeving, zegt de boswachter.
Hij wijst naar een boer, die met een giertank over een weiland naast
de Westbroekse Zodden rijdt.
De bijzondere planten in het laagveengebied zijn gebaat bij een
voedselarme grond. Bij een overdaad aan stikstof, dat in verschillende
vormen vrijkomt in onder meer mest en kunstmest, leggen deze planten
het af tegen soorten die van een voedselrijke bodem houden.
Dieren en insecten die van de zeldzame planten leven verdwijnen hierdoor
ook.
Nat pak:
Een tussenfase in de vorming van een dik pakket veen vormt het
zogenoemde trilveen. Op verschillende plekken in de Westbroekse
Zodden zijn de eerste trampoline-achtige drijvende matten vol bijzondere
planten al te zien.
Bezoekers van het natuurgebied mogen er niet op lopen.
Het trilveen is dun en wankel. Een nat pak is zo gehaald, legt Suurmond
uit. Wie toch wil voelen hoe het is om op trilveen te lopen, kan op een
stalen plaats voor het informatiepaneel aan het Bert Bospad gaan staan.
Met behulp 32 veren onder de plaat wordt het trillen van het veen
nagebootst.
De Westbroekse Zodden bestaan niet alleen uit legakkers en petgaten
met trilveen. In het moerasbos groeien onder meer de schietwilg en de
zwarte els, boomsoorten die goed gedijen bij een hoge grondwaterstand.
Voor roofvogels is het gebied een luilekkerland. ,,De eerste ganzen-
eieren zijn al gelegd. De kuikens zijn straks een prooi voor de buizerd’’,
zegt boswachter Suurmond.
De provincie Utrecht vindt de Westbroekse Zodden zo bijzonder dat het
gebied onlangs is aangewezen als aardkundig monument.
Deze status krijgt een gebied als het een verhaal vertelt over het ontstaan
van ons landschap, legt beleidsmedewerker Karen van den Broek uit.
,,De Zodden heeft een belangrijke historische en educatieve waarde.
’’ Voor de toegankelijkheid of het beheer van de Zodden verandert er
door de aanwijzing niets. ,,Het gebied is bij Staatsbosbeheer in
uitstekende handen.’’
Het aanwijzen van aardkundige monumenten is geen geldverslindend
project, verzekert Van den Broek. Het informatiepaneel dat onlangs werd onthuld kostte een paar duizend euro. Na afloop was er voor de
genodigden een kopje koffie in het Streekmuseum Vredegoed in
Tienhoven. ,,Zie de aanwijzing maar als een complimentje voor het
beheer.’’
|