.
ORDENING
. ZUID-NOORWEGENS
.
MOOISTE DAGWANDELINGEN

 

 

.....Snel naar:

1. Uitzichtpunt hoog boven een fjord

2. Uitzichtpunt in alpien landschap

3. Overige uitzichtpunten

4. Wilde dalen/kloven

5. Bijzonder (of veel) bos

6. Naar (en op) een gletsjer

7. Blokkenhelling, blokkendam

8. Over een esker (= smeltwaterrug)

9. Vogel- en zoogdierobservaties

10. Cultuurhistorie

11. Seters (of voormalige seters).

 

Is het mogelijk de wandelingen te groeperen, zodat je uit enigszins gelijkende er een/enkele kunt kiezen? Dat is moeilijk, maar hieronder volgt een poging.

Hoofdstuk1

1. Uitzichtpunt hoog boven een fjord:

( In volgorde van mijn voorkeur)

1. Romsdalseggen *
Zeer mooie graat bij Åndalsnes aan het oosteinde van de Romsdalsfjorden. De wandeling is wel lang en zwaar.

2. Preikestolen *
Vooruitstekende rots aan de westzijde van de Lysefjorden niet ver van Stavanger.

3. Molden *
Uitzichtberg aan de westzijde van de Lustrafjorden (een zijfjord van de Sognefjorden.

4. Skomakarnibbå
Vooruitstekende rots aan de zuidzijde van de Jøsenfjorden niet ver van Stavanger.

5. Kjerag
Plateau bij Lysebotn aan het noordeinde van de Lysefjorden niet ver van Stavanger.
Kjerag is de laatste jaren populair geworden. Ik vind echter die wandeling minder mooi dan de andere vier. Zij voert over het ruige Kjeragplateau en dat is nu eenmaal veel gladgeschuurde rots en weinig vegetatie.


De rotskansel Preikestolen met de Lysefjorden eronder.

 



Hoofdstuk2

2. Uitzichtpunt in alpien landschap:

( In volgorde van mijn voorkeur)

1. Galdhøpiggen *
Hoogste berg van het land in Midden-Jotunheimen.

2. Romsdalseggen *
Zeer mooie graat bij Åndalsnes.

3. Besseggen *
Mooie graat in Zuidoost-Jotunheimen.

4. Stabbeskaret *
Uitzichtpunt over het Romsdalen.

5. Utsikten *
Twee uitzichtpunten op een bergrug in Zuid-Jotunheimen.

6. Snøhetta *
Hoogste berg in de Dovrefjell.


Alpien landschap betekent met pieken en graten tussen karen (cirques) met steile achterwanden. Uitgesproken voorbeelden hiervan zijn de Galdhøpiggen * en de Snøhetta *. De anderen liggen wat meer aan de rand van het alpien gebied en zijn daardoor minder extreem.
.Piek Graat Cirque afbeelding


De piek Galdhøpiggen met hut op 2469 m hoogte.

 



Hoofdstuk3

3. Overige uitzichtpunten:

( dus niet bij een fjord en niet in alpien terrein)

Van noord naar zuid, want ik kon geen duidelijke voorkeur aangeven.

Straumbukampen
Heuvel in Oost-Rondane.

Ormtjønnkampen *
Berg in Langsua nasjonalpark.

 Veslehorn en Storehorn
Heuvel en berg ten noordwesten van Gol.

 Bergen *
Plateau ten oosten van de stad Bergen.

Gaustatoppen *
Berg ten zuiden van Rjukan.

Jonsknuten *
Uitzichtpunt in de fjell ten westen van Kongsberg.


De stad Bergen gezien vanaf het bergstation van de Fløybanen op 320 m boven zeeniveau.

 



Hoofdstuk4

4. Wilde dalen/kloven (meestal met waterval(len)

In volgorde van mijn voorkeur:

1. Aurlandsdalen *
Diep ingesneden, kloofachtig dal vlak bij de Aurlandsfjorden (een zijfjord van de Sognefjorden).

2. Husedalen *
Dal aan de westrand van de Hardangervidda bij Kinsarvik met een serie van 4 grote watervallen, waarvan twee belangrijke.

3. Utladalen *
Grote rivierkloof in West-Jotunheimen met 3 hoge watervallen, waarvan de Vettisfossen, misschien wel de hoogste, óngereguleerde waterval van Noorwegen is. Deze werd bij de lezers van Dagebladet gekozen tot Noorwegens mooiste waterval.

4. Åmotan *
Twee grote rivierkloven aan de noordrand van de Dovrefjell met drie grote watervallen.

5. Måbødalen *
Canyon aan de westrand van de Hardangervidda met o.a. de Vøringsfossen, de grootste gereguleerde waterval van Noorwegen.. Deze eindigde bij de lezers van Dagebladet in hun Top 10 van Noorwegen op de derde plaats.

6. Flåmsdalen *
Wild dal aan het zuidelijkste punt van de Aurlandsfjorden (een zijfjord van de Sognefjorden) ook met twee grote watervallen: de Kjosfossen en de Rjoandefossen.

7. Fidjadalen *
Wild dal met o.a. de Månafossen, de voormalige boerderij Mån, de steenlawine Månaura en het Månavatnet.


Het diep ingesneden, kloofachtige Aurlandsdalen.

 

 

Hoofdstuk5

5. Bijzonder (of veel ) bos:

Van noord naar zuid , want ik kon geen duidelijke voorkeur aangeven.

Glitra *
Rivier ten zuiden van het Ottadalen bij Pollfoss. Er zijn daar oerbosachtige stukjes fjellbos.

Ormtjønnkampen *
Berg in Langsua nasjonalpark: oerbosachtig.

Gutulia nasjonalpark *
Ten oosten van het Femunden-meer.

Jonsknuten *
Uitzichtpunt in de fjell ten zuiden van Kongsberg.

Høgåsen, Svelvik
Heuvelrug met mooi dennenbos.

.
Ormtjønnkampen.
De Fijnsparren kunnen in dit oerwoudachtige bos meerdere 100 jaar oud worden.

 



Hoofdstuk6

6. Naar (en op) een gletsjer:

A. Naar het gletsjerfront (= uiteinde van de gletsjer):

1. Austerdalen *
Aan zuidzijde van de Jostedalsbreen.

2. Bødalen *
Aan noordzijde van de Jostedalsbreen.

3. Blåisen
Bij Finse stasjon.

4. Buarbreen
Bij Odda.

 

B. Ook op de gletsjer aan een lang touw:

1. Svellnosbrean *
Midden-Jotunheimen.

2. Galdhøpiggen *
Midden-Jotunheimen.


Wandelend op de gletsjer Svellnosbrean aan een lang touw.




Hoofdstuk7

7. Blokkenhelling / blokkendam:

( In volgorde van mijn voorkeur)

1. Viglesdalen *
Bij Stavanger.

2. Fidjadalen *
Bij Stavanger


Viglesdalen.
 Een pad over een reusachtige puinhelling. Het pad diende als veedrift. Het werd rond 1900 door Zweedse gastarbeiders aangelegd.




Hoofdstuk8

8. Over een esker (=smeltwaterrug):

Mølmannsdalen
Ten oosten van Røros.

.
 De esker Langegga in Mølmannsdalen ten oosten van Røros.
Doordat de esker bestaat uit zand en grind, is de bodem hier arm en droog. Ze is daarom schaars begroeid met Grove den en lichenen.




Hoofdstuk9

9. Vogel- en zoogdierobservaties:

( Min of meer in volgorde van mijn voorkeur)

1. Runde *
Vogeleiland bij Ålesund.
Ga bij voorkeur in het broedseizoen.

2. Muskusossafari *
Bij Kongsvoll stasjon in de Dovrefjell

3. Leirungsdalen
Oost-Jotunheimen.
Halftamme rendieren en kramsvogels.

4. Tovdal *
Ten oosten van het Setesdal.
Bevers en elanden.

5. Fokstumyra *
In de Dovrefjell vlakbij Dombås.
Vogels en elanden.

6. Liomseter
Langsua nasjonalpark
Elanden.

7. Gutulia nasjonalpark *
Ten oosten van het Femunden.
Halftamme rendieren.


 Normaal moet je veel meer afstand houden tot de muskusossen, maar hier vormt de rivier een afdoende barrière.

 



Hoofdstuk10

10. Cultuurhistorie:

( In volgorde van mijn voorkeur)

1. Jonsknuten * oude zilvermijnen.
Ten westen van Kongsberg.

2. Lærdalen : oude postweg.
Aan het oosteinde van de Laerdalsfjorden (een zijfjord van de Sognefjorden).


 Jonsknuten. Wandelen langs stuwvijvers en overdekte kanaaltjes.




Hoofdstuk11

11. Seters (of voormalige seters)

Bij veel wandelingen zie je seters (of overblijfselen van voormalige seters).
Hieronder beperk ik me tot enkele uitgesproken voorbeelden.

 Bødalen *
Bødalsseter

Erdalen *
Storesetra en Vetledalssetra

Gutulia NP *
Gutulisetra (Nedpåvollen)

 Mørkrisdalen *
Knivabakkli ; Liane ; Dulsete.

Vassendsetra *
Trollheimen.


De seter Gutulisetra.

De Noorse woorden seter , støl , enz:
in Nederlands: seter ; zomerboerderij
in Duits: Alm
in Engels: summer farm ; summer dairy farm



.
Bij een definitie van een seter zijn 3 elementen van belang:

1. Een seter is een weidegebied met de daarbij behorende hutten voor mens en dier.

2. Ze wordt overwegend in de zomer (a) gebruikt en
ligt meestal in de bergen (b).
(ad a:
een klein aantal worden in lente en herfst gebruikt. Men heeft dan zowel een laaggelegen seter en een hooggelegen.
In de lente gaat men naar de laaggelegen, in de zomer naar de hooggelegen en in de herfst weer omlaag naar de laaggelegen.
Dit zagen we o.a. bij de Aurlandsdalen-wandeling.
ad b:
een klein aantal ligt niet in de fjell (de bergen), maar in de bossen.)

3. Ze is deel van een boerderij, géén eigen boerderij.



Er zijn boeren die de melk ter plekke verwerken tot kaas en andere producten, maar in veel gevallen wordt de melk gewoon opgehaald door de fabriek.
De overheid subsidieert het gebruik van de seter, en het vervoer ernaar toe. Ook de boer die de seter alleen gebruikt voor de ruwvoerwinning, of voor het onderbrengen van het jongvee, ontvangt daarvoor een vergoeding.
In Noorwegen gebruikt men nog een aantal andere woorden voor seter o.a. støl.


In the valleys and in areas where the arable land was scarce, it was common to send the animals with one or two milkmaids deeper into the forests or into the uplands to the seter or summer farm. The milkmaid and the animals would spend the entire summer there.


The seter would have a set of simple buildings:
a cabin for the milkmaids to live in,
a simple milking shed for the animals and maybe
buildings where the milk was processed and the end products stored.

From cow’s and goat’s milk the maid would make butter, cheese etc.
During the season this was collected and brought back to the farm.


The sheep were - and still are in many places - sent into the forests or into the uplands and were roaming free and unattended all summer.
Finding them all and getting them back to the farm in the autumn could be quite a task. All the sheep were branded so as to make it possible to separate them.


There are several characteristics of modern life in Norway that have changed the tradition of “going to the summer farm.”
For one, the arrival of automobiles has changed the whole feel of going to the seter for the summer. 
More importantly though, it is becoming less common for people to have their own, individual  seters.  It is now common for several farmers  to have a  shared seter. There is roughly one seter for every four farms today in Norway.  It is becoming less and less economical to own and maintain a seter.  In fact, farming in general has been on the decline for a long time. 


Many of the old seters have either decayed or turned into summer homes.  Some owners have taken to renting them out as vacation and tourist destinations. 


Interessante artikeltjes over seters:


www.boerderij.nl/Rundveehouderij/A...

www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Bl...



Deze wandelsite is niet-commercieel, onafhankelijk en gratis. Dat is enkel mogelijk door steun van de bezoekers.

Heb je hier goede info gevonden, toon dan je waardering door een kleine donatie voor het vele werk.
Zo kan de website ook gratis blijven en uitgebouwd worden!

...................................... .
. Betaal met deze knop in een paar klikken via je eigen PayPal-saldo.
. Heb je zelf nog geen PayPal-rekening, dan kun je toch via PayPal vanaf je creditcard geld overmaken.

Uiteraard kun je ook doneren door overschrijving op mijn
ING-bankrekening:

IBAN : NL38 INGB 0003 5057 89
BIC : INGBNL2A
t.n.v. P. C.M. Smulders.



Weet je aanvullingen en verbeteringen van deze tekst? Graag een e-mail naar:

e-mailadres

. .. . . .

LAATST BIJGEWERKT : 9-8-2021