.
.......................
BARGERVEEN. .. 9 km = .. 2½ - 5 uur .


Belangrijke reactie van Martin Pastoors op 23 -04-2022

Beste Piet Smulders,

Hartelijk dank voor het delen van de prachtige wandeling door het Bargerveen. Wij hebben de wandeling vorig weekend gelopen. Helaas kwamen we wel een aantal obstakels tegen die we niet hadden verwacht en waardoor we de route wat moesten verleggen. Ik wilde die obstakels graag met u delen. Het gaat met name over de plaatsing van verbodsborden door staatsbosbeheer, waardoor de doorsteek midden door het gebied niet meer mogelijk is. Het leek er op dat deze borden recent waren geplaatst. Dat betekende dat we een alternatieve route hebben moeten nemen, maar desalniettemin was het een prachtige wandeling.

Vriendelijke groet,

Martin Pastoors

Wijster


Beste Martin,

Het blijft behelpen met SBB (Slechtbosbeheer). Deze beheerder is nu eenmaal natuur- en wandelaaronvriendelijk.
In het buitenland is men veel minder verkrampt dan in Nederland. Ik ken twee wandelingen in het buitenland, waar je op een uitgezette route het hele jaar mag wandelen, terwijl de Kraanvogels iets verderop rustig fourageren. Dat betreft de wandelingen Nationalpark Müritz (Duitsland) en Fokstumyra (Noorwegen). Daar kan SBB een voorbeeld aan nemen.
Ik zal dit jaar opnieuw de Bargerveen-wandeling lopen en dan de website-beschrijving updaten.

Groet,

Piet Smulders.



De rondwandeling:
Alleen voor wandelaars die kaart kunnen lezen.
Ze voert veelal over buitenkades en dammen.
Tijdens de oost-west-doorsteek kom je door het weinig bezochte, centrale deel.
Naast levend hoogveen met Hoogveen-veenmos, Veenbes en Lavendelhei, zie je ook veenplassen met
Geoorde futen, Dodaarzen en Kokmeeuwenkolonies.

 

.BARGERVEEN : rondwandeling van 9 km = . 3 - 5 uur

Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
De verrekijker-icoontjes verwijzen naar een vogelkijkhut of - scherm.
Alle woningen op het veen ( de zgn. bovenveenwoningen zijn nu verdwenen.
Het Huisje van Uneken is na een verwoestende brand nog als ruïne aanwezig.

Bron: https://topokaartnederland.nl/



Mijn routebeschrijving:

Parkeer auto bij SBB Zwartemeer aan de Kamerlingswijk OZ 83.
Vanaf kantoor SBB naar het linker vogelkijkscherm.
Daarna oostwaarts lopen naar knooppunt 99
( eerst langs de afrastering, vervolgens boven op de kade.)
Rechtsaf (zuidwaarts) over een dam naar weer een vogelkijkscherm
25 m terug wandelen en over het voetpad oostwaarts naar de. grens met knooppunt 53.
Van Knooppunt 53 naar knooppunt 52 ( slechts 25 m), daarna verder richting knooppunt 38.
Na ca. 500 m over de Grensweg zie je rechts van de weg een.afgerasterd heideveld.
Ga vlak hiervoor rechtsaf over een breed pad.


Hindernis 1: leuke, wilde doorsteek tussen twee klaphekjes

In de haakse bocht van het pad zie je een kapot klaphekje..Ga daar doorheen. Je staat nu in een ruigte van Pijpestrootje, bramen.en berkenopslag (Zachte berk). Vooral de eerste meters bij het klaphekje en langs de afrastering zijn zeer ruig..Daar kom je nauwelijks.vooruit. In riet kun je je voorover laten vallen, maar hier bij bramen gaat dat niet. Ploeter daarom eerst enige meters westwaarts door die jungle om vervolgens via de kniehoge struikhei een korte .wilde doorsteek te maken naar het klaphekje ten westen van het meer...De totale afstand van die wilde doorsteek tussen de twee klaphekjes is ongeveer 200 m.
Hieronder zie je ook enkele foto's ter verduidelijking.
Vind je dit struinen door een prachtig stukje wildernis te veel van het goede, neem dan de alternatieve route (zie onderstaande kaartje).


Kaartfragment met de wilde doorsteek tussen twee klaphekjes.
Bron: www.arcgis.com/home/webmap/viewer.html?webmap=0698b7
Als je deze digitale kaart voldoende vergroot, zoals hierboven, krijg je zelfs het microreliëf van bulten en slenken te zien..
De slenk van de foto staat als rose kratertje, dus zonder water afgebeeld.



Het kapotte klaphekje vlak bij de haakse bocht van het grasbegroeide, brede pad.
Ga daar doorheen..


Deze foto is genomen toen de vegetatie nog niet hinderlijk hoog was.
Hier ben je al door het hekje gegaan en sta je aan de westzijde van de afrastering.
Het meer op de achtergrond bevindt zich ongeveer 100 m zuidwaarts.
Vlak voor dat meer is een smalle bosstrook van Zachte berken in een laagte.
Rechts op de foto zie je een ronde slenk ( laagte). Er waren er meerdere.
In droge zomers vallen die droog en kun je daarover lopen.
In 2020 was dit stuk bij de afrastering bijna ondoordringbaar geworden door de
bramen en de berkenopslag. Loop daarom eerst wat westwaarts naar de struikhei, die slechts kniehoog is.


Wanneer de stuw passeerbaar is, loop je verder westwaarts over een dam naar de uitzichtheuvel (= knooppunt 85)


Hindernis 2: de stuw , wanneer ze niet passeerbaar is.

Loop in dat geval 1 km verder zuidwaarts en ga daar westwaarts naar knooppunt 84 en vervolgens noordwaarts naar de uitzichtheuvel (=knooppunt 85).
De rest van de route via het..Huisje van Unen wijst zich vanzelf.
Loop vanaf de achterzijde van de ruïne ca. 25 m noordwaarts naar.een paal op een dam.
Ga op die dam linksaf naar de Laardijk ( brede weg met fietspad ) en steek die over. Na 100 m rechtsaf over een dam..De verdere route wijst zich vanzelf m.b.v. kaart.

Bult ....= Gewelfd moskussen dat het hele jaar boven
............. water uitsteekt.

Slenk...= Natte laagte die alleen in winter/voorjaar onder
............. water staat.


. . BARGERVEEN ( 2019 ). route op wandelknooppuntenkaart

Tijdens de oost-west-doorsteek ( beneden in de kaart bij de stuw ) ben je 'in the middle of nowhere'. Dat centrale deel wordt niet ontsloten door het wandelknooppuntennetwerk. Daar komt dan ook slechts een enkele vogelaar/wandelaar.

 

Pdf met routebeschrijving en kaart:
Deze kun je gratis downloaden op:
www.natuurinnederland.nl/NiN_wandelingen.html

Omdat er in het Bargerveen nog steeds veel verandert in het terrein, heb ik hierboven een recent topokaartfragment gegeven.
Daarnaast ook een aanvullende routebeschrijving.


Gratis App:
De nieuwe app voor iPhone en Android smart phones voert je met de gps van je mobiel en een overzichtelijk kaartje door de natuur langs juist die punten waar iets moois valt te beleven.
Bij ieder punt wordt verteld wat er te zien, te horen of te ruiken valt. Je hoort dan ook de vogels of kikkers op die plek of je kunt de afbeeldingen bekijken van de wilde planten die hier groeien.
www.natuurinnederland.nl/NiN_app.html Reuze handig.
Helaas was de app van het Bargerveen in 2020 nog niet klaar.



Veenput ontstaan door het afgraven van turf.


Bulten en slenken.

 

Begin- en eindpunt:
Kantoor van Staatsbosbeheer in Zwartemeer aan de Kamerlingswijk OZ 83.


Géén routemarkering in het terrein, wel grotendeels wandelknooppunten:
Je moet dus kaart kunnen lezen.


Lengte en tijdsduur: 9 km = 3 tot 5 uur.
Bijna 3 uur zuivere looptijd. ( Op sommige gedeelten is de wandelsnelheid aanzienlijk lager dan 4 km per uur )
Wil je ook aandacht schenken aan vogels en planten dan komen er enkele uren bij.


Zwaarte:
Lichte wandeling.


Horeca:
Onderweg is er geen.



ANWB Campings:
Zie voor een overzicht anwb.nl/drenthe



Wildkamperen:
Een nachtje bivakkeren ('s avonds de trekkerstent opzetten en 's morgens weer afbreken) is geen probleem in dit gebied.






Veenput ontstaan door het afgraven van turf.


Een klein gedeelte van de schaapskudde. Tussen de schapen lopen ook een aantal
Nederlandse landgeiten.


In 2019 was de dam tussen de stuw en de uitkijkheuvel helemaal dichtgegroeid met bomen en struiken. De meeste zijn afgezaagd en in het water (links op de foto) gegooid.



Wandelweer:

www.weer.nl/wandelweer.html?region=0


Eindbeoordeling:
Zeer mooie en interessante route.


Beste websites:
www.natuurinnederland.nl/NiN
( Hier vind je de gratis pdf's met routebeschrijving en kaart)

www.hoogveenherstel.nl/basis-inf
( Zeer goede uitleg van hoogveen)

www.hoogveenherstel.nl/overzich

https://edepot.wur.nl/393801
( Inrichting en beheer Bargerveen)



Het Huussie van Uneken, een voormalige bovenveenwoning aan de Laardijk.
Ze is tot 1966 bewoond geweest. De bewoners vertrokken echter toen de bakker geen brood meer wilde brengen. Hij vond dat het huis te afgelegen lag.


Het huisje is helaas later afgebrand en nu no
g slechts als ruïne aanwezig.
Veel oude huisplaatsen zijn no
g te herkennen aan de voormalige erfbeplanting. Vaak staan er fors uitgegroeide eiken en paardekastanjes, verwilderde fruitbomen en vlieren. Hier op de foto's zien we rechts enkele grote Witte paardekastanjes.

Andere wandelmogelijkheden:
Rond het Bargerveen zijn wandelknooppunten aangebracht.
Met dit prachtige systeem stippel je gemakkelijk een wandeltocht uit van iedere gewenste lengte. Ook het lopen van knooppunt naar knooppunt gaat probleemloos. Download de kaart met knooppunten.
Hieronder geef ik twee aardige rondwandelingen. Daarvan is de wandeling vanuit de Schaapskooi in Weiteveen (7½ km) een mooie aanvulling op bovenstaande rondwandeling.
Hier heb je een slagenlandschap dat bestaat uit lange, smalle en door bomen/struiken afgescheiden weidepercelen ( in tegenstelling tot de waterrijke en open gebieden in de rest van het Bargerveen.) Het hoogveen werd hier niet afgegraven.

 

1. Rondwandeling vanuit Schaapskooi Weiteveen (7½ km):


Je start bij de Schaapskooi in Weiteveen.
De rode doorgetrokken lijn is mijn wandellus.

Je passeert de volgende knooppunten:
90
> 89 > 74 > 87 > 72 > 99 > 09 > 11 > 10 > 03 > 04.


 


2. Rondwandeling vanuit Parkeerplaats Bargerveen Noord:


De rode doorgetrokken lijn is mijn wandellus.

Je passeert de volgende knooppunten:
10 > 09
> 08 > 07 > 81 > 85 > 05 > 06 > 03 > 02 > 01.

Berkenbroekbos, zeggeveen en open water.
De Zachte berken zijn verdronken.



Veenput ontsta
an door het afgraven van turf.


Zo zag het voormalige Huussie van Uneken eruit.

 


Levend hoogveen:
Het Bargerveen in het zuidoosten van Drenthe is het laatste stukje levend hoogveen van formaat in Nederland. In de talrijke verlande veenmeertjes - de zogeheten meerstallen - is actieve hoogveenvorming nog goed waar te nemen. Open water, kletsnatte heide en bloemrijke graslanden domineren het beeld.
In 1968 werd de laatste 66 ha hoogveen van het Bargerveen gekocht door de Nederlandse staat om het te redden van de ondergang. Dit was het begin van het ondertussen 2000 ha groot natuurgebied dat beheerd wordt door Staatsbosbeheer.
Hoofddoel van SBB is het weer op gang brengen van de hoogveenvorming. Ze was door de ontwatering van het veen tot stilstand gekomen.
Hoofdrol bij de vorming van hoogveen speelt veenmos. Een plantje zonder wortels dat leeft in en op zuiver regenwater. Het groeit aan de bovenkant en sterft aan de onderkant af. Laagjes afgestorven planten vormen veen op de bodem inzuur en zuurstofloos water.
Onder optimale omstandigheden vormt zich op die manier een laagje veen van één mm per jaar. Onze nazaten hebben dus over duizend jaar weer een meter nieuw hoogveen.
Die optimale omstandigheden zijn er nog niet in het Bargerveen.
Belangrijk is een stabiel, hoog waterpeil. Door het dempen van sloten en het aanleggen van kades en waterbekkens probeert men dit te bereiken. Ook worden rond het gebied hydrologische bufferzones aangelegd om te voorkomen dat er teveel water wegsijpelt. Deze hoog- en laagwaterbekkens, zorgen in natte periodes voor opvang van overvloedig regenwater.
In droge periodes bieden ze tegendruk, zodat het water in het reservaat beter wordt vastgehouden en verdroging geen kans krijgt. Niets staat de groei van veenmos nu nog in de weg.

Hoogveen = landschap dat wordt gevormd door.planten die .............leven van regenwater.
............ Door de sponswerking van het veen en de niet
.............of nauwelijks waterdoorlatende ondergrond
............ (veen, gyttja of bijv. leem) ligt het peil van de
.............regenwaterlens hoger dan het lokale
.............
grond- of oppervlaktewater en kan het veen boven
............ het omliggende landschap uit groeien.

Levend hoogveen = hoogveen, waar aangroei plaatsvindt.

Meerstallen .= hoogveenmeertjes.
............ Ze kunnen ontstaan in het centrum.van de
............ hoogveenlens ( dus op de hoogste plekken in het
.............veenlandschap).
.............Vaak hebben ze een min of meer ronde vorm.

Bovenveengrasland = niet (of weinig) vergraven veen,
............ gebruikt als.grasland.

Dam ....= een verhoging die 2 wateroppervlakken van elkaar
............ scheidt.
............ ( Dijk, kade en dam zijn niet hetzelfde; zie verderop )

 

Rijkdom aan planten en dieren:
Het Bargerveen is niet alleen een bijzonder gebied vanwege het veen.
Als wetland (waterrijk gebied) puilt het uit van de vogels (denk aan verrekijker ! )
Daarnaast veel andere dieren als libellen, vlinders , adders, enz.
Helaas ook steekmuggen en dazen. ( dus muggenolie mee ! ).
(Beste periode zónder steekmuggen en dazen is tussen
Pasen (half april) en Pinksteren (eind mei).


Bedreigingen voor het hoogveen, deel 1:
Watertekort (verdroging).

Het in stand houden van het stuk hoogveen is geen sinecure. Een buitenkade van veertig kilometer is rondom het gebied aangelegd. Deze moet voorkomen dat het water wegsijpelt richting de akkers met een veel lagere grondwaterstand en dat de bodem inklinkt.
Daarnaast zijn er in het gebied dammen en stuwen aangelegd en sloten gedempt. En tot slot bekkens aangelegd om water te bufferen en zo de schommelingen in het peil te minimaliseren.


Fig. 2: Het meeste hoogveen is afgegraven. Nadat de metersdikke turflaag was verdwenen, stroomde regenwater ongehinderd via het kanalenstelsel het gebied uit.

Fig. 3: In 1970 werd begonnen met de aanleg van het hoogveenreservaat Bargerveen.. Door het dichtgooien van kanalen en de aanleg van kilometers dam steeg. het waterpeil op sommige plaatsen zelfs 4 m.. Daarmee werd aan één van de belangrijkste voorwaarden voor de groei van veenmos voldaan: water, veel water.



Zwarte stippellijn : al aangelegde dammen.

Rode lijn : nieuwe - of verstevigde dammen.
Laagwaterbekken dient om water geleidelijk af te voeren.
Hoogwaterbekken dient om water in het hoogveen op peil te houden.


Water is misschien wel het belangrijkste thema in de gebiedsontwikkeling van het Bargerveen. Water is namelijk onmisbaar bij de vorming van nieuw veen. Veenmos is de belangrijkste plant in veen en deze groeit alleen goed onder natte omstandigheden.
Onder invloed van regenwater worden de bulten veenmos steeds een beetje hoger, om vervolgens onder hun eigen gewicht weer in te zakken.

Aan de onderkant sterft de steeds dichter wordende laag van veenmos af: het begin van veenvorming. Als het veen altijd nat is, zijn allerlei bacteriën en schimmels minder actief. Daardoor verteren de plantenresten maar gedeeltelijk. De overgebleven plantenresten stapelen zich op en vormen zo veen.

De aanwezigheid van water zorgt er dus op twee manieren voor dat het veen weer kan groeien.


De stuw in de Puritsloot.

.................Dijk, kade en dam zijn niet hetzelfde !

Dijk......= een aangelegde verhoging die het achterliggende
...............land beschermt tegen hoogwater en golven.)

Kade....= Lagere dijk in het binnenland
..............(voorbeeld: zomerkade bij uiterwaarden).

Dam ....= Een verhoging die 2 wateroppervlakken van
.............. elkaar scheidt.
.............. ( Let op: de Afsluitdijk is dus een dam en géén dijk.)

 

 

Bedreigingen voor het hoogveen, deel 2:
Stikstofoverschot (vermesting ; verrijking van de grond).

 Ammoniak en stikstofdioxiden (onder de gezamenlijke noemer stikstof), bereiken via de lucht en regenbuien het gebied. De stikstof werkt als een meststof voor planten die baat hebben bij een voedselrijke bodem. De gemakkelijk groeiende grassen (hier Pijpestrootje), bramen en Zachte berken verdringen de meer kwetsbare plantensoorten.
Met duizend schapen en honderd runderen wordt voorkomen dat het hoogveen vergrast, verbraamt en uiteindelijk verbost. De combinatie van de beesten is daarvoor ideaal, de koeien slaan hun tong om de grootste graspollen en rukken die vrijwel in het geheel af, de overgebleven sprieten zijn voer voor de schapen.


Verdroogd hoogveen dat dichtgroeit met Pijpenstrootje, bramen en Zachte berken.



Optimale biotoop:

Zachte berken hebben heel weinig voedsel nodig en gedijen dus ook op arme, zure en zandige gronden. (De Zachte berk groeit ook wel in een voedselrijkere omgeving maar wordt daar sneller verdrongen door boomsoorten die hogere eisen stellen aan de ondergrond. Ze voelen zich helemaal thuis in de matig vochtige en luchtige veengrond die ontstaat als hoogveen wordt ontwaterd.

Berkenbroekbossen vormen het eindstadium van de vegetatieontwikkeling op zeer voedselarme, zure, permanent natte veengronden.
Karakteristiek is de langzaam groeiende, vrij ijle boomlaag waarin Zachte berk domineert en soms een enkele Grove den voorkomt, met daaronder een goed ontwikkeld, vaak gesloten dek van veenmossen.
Deze bossen komen van nature vooral voor in de randzone van hoogvenen waar het aanbod aan nutriënten iets hoger is en de ontwatering iets beter dan in de hoogveenkernen die van nature boomloos blijven.
Daarnaast zijn ze op kleinere schaal te vinden in de randzone van verlandende vennen en veentje

Supersnelle groei:
De zaadjes van de Zachte berk ontkiemen nog hetzelfde jaar of in het voorjaar dat daarop volgt. Jonge scheuten kunnen in hun eerste levensjaar al wel een meter hoog worden.
De Zachte berken maken de al verdroogde veengrond nog droger, zodat het veen nog meer achteruitgaat.

Voortplanting door de wind:
Kenmerkend voor Zachte berken is het enorme aantal zaden dat ze produceren en dat maakt dat ze zich heel snel kunnen uitbreiden. Net als bij andere typische ‘pionierbomen’ worden de zaadjes getransporteerd door de wind. De zaden zijn zo gevormd dat de wind ze gemakkelijk kan meedragen. Dankzij de vleugeltjes aan weerszijden halen ze afstanden van wel 1,6 km.
Eén enkele berk produceert tot wel anderhalf miljoen vruchten waarvan er onder gunstige omstandigheden zo'n 150.000 ontkiemen.

Werken aan natuurherstel:
Door in de hoogveengebieden de waterstand te verhogen worden de Zachte berken teruggedrongen naar hun oorspronkelijke plek: langs de randen van het veen. Zachte berken houden er niet van om met hun wortels permanent in het water te staan. In een hoogveen met een natuurlijke waterstand staan hele stukken onder water. Uit het water steken de restanten van afgestorven berkenbossen.
Ook worden veel bomen in verdroogd hoogveen zo nu en dan omgezaagd, omdat de bomen in het groeiseizoen dagelijks veel water verdampen.


Verdronken Zachte berken.


De Zachte berk (Betula pubescens) onderscheidt zich van de Ruwe berk door:
... -
Zachte
berk blijft wat kleiner.
... - Twijgen hangen niet, maar blijven schuin omhoog staan.
... - De stam blijft glad.



Als de Zachte berken een te dikke stam krijgen, worden ze omgezaagd. Struiken als Wilde lijsterbes laat men wel staan.
De onderbegroeiing bestaat voornamelijk uit Pijpenstrootje , Bramensoorten en
. Bosbessoorten.



Bargerveen:

Het Bargerveen in het zuidoosten van Drenthe is het grootste van de hoogveenrestanten van ons land, en deel van het ooit zeer uitgestrekte Bourtangerveen op de grens van Nederland en Duitsland.
Er komen verlande meerstallen en hoogveenherstelvlakten voor, de laatste op door boekweitbrandcultuur aangetast hoogveen.
Waar het veen tot dicht aan de minerale ondergrond is verwijderd, zijn na vernatting grote plassen ontstaan.
Een groot deel van het Bargerveen is door grootschalige industriële vervening (turfwinning) en vervolgens vernatting omgevormd tot een water-, insecten- en vogelrijk landschap.
Voor het herstel van hoogveen is gebruik gemaakt van compartimentering met dammen en stuwen. Vrij grote gebiedsdelen zijn door langdurig gebruik met lichte drainage (ontwatering) omgevormd tot schraal grasland, de zgn. bovenveengraslanden.
Mede door de grote variatie aan biotopen en de geleidelijke overgang naar de Hondsrug herbergt het Bargerveen een aantal zeldzame planten en dieren.
Het betreft een bijzonder belangrijk gebied voor broedvogels van gevarieerd, halfopen veenlandschap met kleinschalige waterpartijen. Denk daarbij aan Geoorde fuut, Nachtzwaluw, Blauwborst, Roodborsttapuit en Grauwe klauwier. ( Meer dan de helft van de Nederlandse Grauwe klauwieren broedt jaarlijks in het Bargerveen.)

Meerstallen .= hoogveenmeertjes. Ze kunnen ontstaan in .......................het centrum.van de hoogveenlens (dus op
...................... de hoogste plekken in het veenlandschap).
.......................Vaak hebben ze een min of meer ronde vorm.

Bovenveengrasland = niet (of weinig) vergraven veen, gebruikt
................. .....als grasland.

Biotoop . = .....uniform leefgebied van een organisme.


 

Vogelparadijs Bargerveen (denk aan verrekijker)

In het Bargerveen vind je een aantal veel voorkomende broedvogels, die in de rest van Nederland zeldzaam zijn geworden. Het zijn:

Geoorde fuut (tientallen broedparen)
Broedhabitat: ondiepe, stilstaande wateren met oevervegetatie
(zoals vennen in heide- en hoogveengebieden).
Ze broeden veelal in kokmeeuwenkolonies omdat ze dan goed.beschermd zijn tegen nestbelagers.

Nachtzwaluw (tientallen)
( Deze vogel is geen Zwaluw, maar zit tussen Uilen en.Gierzwaluw in)
Het is een vogel van open naaldbos op zandgronden, venen en.heidevelden.
In het Bargerveen zijn de hogere delen van het Meerstalblok in trek.
Voorkeursvoedsel: grote vliegende insecten (nachtvlinders).

Blauwborst (meer dan 100 broedparen)
De broedhabitat omvat steeds een combinatie van:
.- kale bodem (foerageren: insecten en bodemdiertjes),
.- dichte struiken en ruigte (broeden) en
.- struiken en boompjes (zang- en uitkijkpost).

Roodborsttapuit (meer dan 100)

Grauwe klauwier (tientallen).
( De zangvogel met roofvogeltrekjes.)
De broedhabitat omvat halfopen, structuurrijke vegetaties met een.rijk aanbod van grote insecten en kleine gewervelden.
In het Bargerveen eten ze grote insekten zoals libellen, hommels.en vlinders.
Daarnaast levendbarende hagedissen.
Om altijd wat te eten te hebben prikken ze hun prooien aan dorens.of stekels in struiken aan de rand van het bos of struweel.

(De volgorde van de namen is die van ANWB Vogelgids van Europa )


De drie talrijkste broedvogels in dit gebied zijn: Boompieper , Grasmus en Fitis met ieder honderden broedparen. Dit zijn alle drie soorten van halfopen landschap met veel struiken.
En geen van drieën dus kenmerkend voor hoogveen.



. Kaart van Henricus Hondius uit 1639..
.

Dit deel van het Bourtangerveen is nog grotendeels ongerept, op enkele plaatsen lopen verbindingswegen door het moeras.

Bossen zijn aanwezig op de dekzandruggen, zoals hier op de rug van Bargeroosterveld (bij Emmen).

Er werd extensief gebruik gemaakt van het veengebied:
.. - er werden schapen geweid,
.. - men teelde hier en daar boekweit in wisselbouw en
.. - op sommige plaatsen waren hooilanden, zoals hier ten
.... zuiden van Roswinkel (rechtsboven in de kaart).


Om een indruk te krijgen van hoe het veen verdween, heb ik op topotijdreis.nl van dit gebied kaartfragmenten genomen met een interval van 20 jaar
Het eerste fragment was in 1880 toen het hier nog een complete wildernis was en het laatste fragment vanzelfsprekend tegen 2020.


Boven en onder zijn verschillende kaartbladen Ze waren niet precies hetzelfde getekend, en sluiten bij de grens ook niet goed aan.


Ook hier vormen boven en on
der verschillende kaartbladen, die niet precies
hetzelfde getekend zijn, en niet goed bij de grens aansluiten.


Veel seizoensarbeiders woonden, zoals hier op de kaart, op het veen in
simpele keten of plaggenhutten. ( De meeste vaste veenarbeiders daarentegen woonden in de dorpen langs kanalen en wijken (zijtakken van kanalen) ; dus in Zwartemeer net ten noorden van dit kaartfragment.















Artikel in dagblad Trouw, 21 november 2018:

Het Bargerveen is eindelijk klimaatbestendig
.
Natuurgebied Bargerveen in het oosten van het land is jarig:
vijftig jaar geleden kocht  Staatsbosbeheer het aan.
Decennialang worstelde het veen hier met de waterstand, maar nu lijkt het klimaatbestendig.

Bargerveen, ten oosten van Coevorden, staat bekend om zijn bijzondere natuur. Het wemelt er van de zeldzame planten en dieren. Zeer zeldzame vogels als de Grauwe klauwier broeden er en je treft er nog heidehommels aan tussen de Lavendelheide, Veenbes en Beenbreek.
En van de rodelijstvlinder het Heideblauwtje fladderen er hier maar liefst zestig- à zeventigduizend rond.

Maar wat gebeurt er als we nog meer van die gort- en gortdroge zomers krijgen? Wat blijft er dan over van die bijzondere natuur?
Jans de Vries, boswachter van het Bargerveen ligt er niet wakker van. Uitkijkend over het uitgestrekte natuurgebied constateert hij: “Ons Bargerveen is stevig. Het is toekomst- en klimaatbestendig. Wat er ook gebeurt, bij ons gaat het goed.”

Een fiere uitspraak na decennia van verzuipen en uitdrogen.

Geschiedenis

De geschiedenis van dit natuurgebied begint in 1968 als Staatsbosbeheer voor 600.000 gulden bijna zeventig hectare koopt van de verveningsmaatschappij Klazienaveen. Het gebied heeft een kern van levend hoogveen dat een halve hectare groot is.
De verveningsmaatschappij wint in die tijd nog volop veen, waarna de grond voor de aardappelteelt wordt gebruikt.

Het belang van de economie gaat voor. De omgeving van het natuurreservaat moet landbouwgebied worden en daarom legt het waterschap voortvarend alvast een afwatering aan, de Verlengde Noordersloot. Daardoor loopt de net verworven zeventig hectare meteen leeg en Staatsbosbeheer grijpt resoluut in.
Veldwerkers stampen rondom het hoogveen letterlijk tientallen dammetjes in de grond. Daarmee markeren ze het begin van decennialang dammen maken, stuwen plaatsen en watergangen dichten, een proces dat pas in 2014 wordt afgesloten.

Al snel na het plaatsen van die eerste dammen blijkt dat de ontwatering van het veen onverminderd door gaat. Het is die eerste jaren vechten tegen de bierkaai, want het verveningsbedrijf blijft in het Bargerveen stug ontwateren en veen winnen.
De Vries: “Bovendien bleek het gebied dat we hadden ingedamd veel te klein. Hoogveen eist een stabiele waterstand en die bereik je niet in zo’n klein gebied.”

Niet zo vreemd dus dat het geknutsel de eerste twintig jaar niet het gewenste effect heeft: de oppervlakte hoogveen is en blijft een halve hectare. Toch kun je zeker niet van een totale mislukking spreken, vindt De Vries. Om te voorkomen dat het water te snel wegstroomt naar de vier meter lager gelegen landbouwomgeving legt Staatsbosbeheer een sawa-achtig dammencomplex aan. “Een mooi idee, ook al zagen we wéér geen hoogveengroei in de kern. Maar wat verder van de hoogveenkern ontdekten we opeens wel veenmossen, het prille begin van hoogveen.”

In 1997 eindigt de vervening ( turfgraverij ). Een nieuwe, hogere dam wordt aangelegd en de Verlengde Noordersloot gedempt. Het dammenstelsel wordt steeds verder uitgebreid – met vallen en opstaan. Keer op keer verschuiven en verzakken dammen. Uiteindelijk lijkt de verdroging gekeerd.

Miskleun

Maar dan komt oktober 1998, een maand met 288 millimeter regen (tegen normaal ruim 80 millimeter). Dammen breken door, het Bargerveen loopt leeg, de omgeving loopt vol. Een stuw wordt gesloten en het natuurgebied verliest geen water meer.

Een miskleun: het Bargerveen verzuipt. In allerijl wordt aan de noordkant van het gebied een tijdelijk waterbekken aangelegd. “Maar het reservaat bleef te nat. Een half jaar lang. Al die jaren van pogingen tot hoogveenherstel leken in één klap helemaal voor niets”, blikt De Vries terug.

Studies volgden, met als conclusie dat er aan de randen van het veen waterbekkens moeten komen plus een hogere dam. Zo geschiedde. “Het werkt. Door de ingrepen is het verval aan de randen van het veen kleiner. Belangrijk voor een vegetatietype dat een stabiele waterstand nodig heeft.”

Aan de noord- en westzijde zijn er nu al waterbekkens, aan die aan de zuidkant en Duitse zijde wordt gewerkt. Uiteindelijk ligt het Bargerveen rondom in het water. Het hoogveen drijft op en beweegt mee met het water. Verdroging en overstroming zijn daardoor niet langer mogelijk, constateert de boswachter. En daarmee is het natuurgebied dus klimaat­bestendig.

Groeiend hoogveen

De oppervlakte hoogveenvormende mossen neemt toe. Niet alleen in de overgangszones rond de huidige hoogveenkern, ook in de waterplassen verder weg zijn al snippers levend hoogveen te zien. “Alles bij elkaar komen we nu op enkele hectares”, zegt De Vries.
“Nu zijn het nog kleine brokjes, maar uiteindelijk groeien die wel aan elkaar.”

In de overgangszones tussen hoogveen en water ziet De Vries ook een toenemende oppervlakte van natte heide. Ook dat vegetatietype is zeldzaam in ons land.
Herstel van het hoogveen is ook van groot belang voor de inwonende planten en dieren, bijna allemaal sterk bedreigd in hun voorbestaan in Nederland. Al met al blaakt de boswachter van vertrouwen. Door gestage grondaankopen is het Bargerveen inmiddels tweeduizend hectare groot, dooraderd met tachtig kilometer dam. En de waterwerken hebben effect.
“Over honderd jaar zijn hier over een oppervlakte van 100 ha grotere en kleinere stukken levend hoogveen aanwezig, hebben we 800 hectare herstellend hoogveen, 800 hectare waardevolle natte heide, plus 140 hectare schrale graslanden.
Het Bargerveen kan niets gebeuren.”

Dam ....= een verhoging die 2 wateroppervlakken van
.............. elkaar scheidt.
.............. (
Dijk, kade en dam zijn niet hetzelfde)

Hoogveenkern = gedeelte van een hoogveen dat alleen
............... door regenwater wordt gevoed en wordt
................gedomineerd door veenmossen.



. HABITATTYPEN..(soorten leefgebied)
.

1. Actief ( Levend ) hoogveen = hoogveen, waar aangroei ........................................plaatsvindt ( paarse snippertjes ........................................middenboven in de kaart )

2. Herstellend hoogveen = ......
...... ( bruin )

3. Bovenveengraslanden = niet of weinig vergraven veen,
.......( oranje )................... gebruikt als grasland.
........................................ We passeren er enkele bij de Duitse
........................................ grens. en bij de Ruïne van Uneken
........................................ aan de Laardijk.

 

 

 

Artikel in Friesch Dagblad, 9 december 2018:

Hoogveen in het Bargerveen is weer levend

In 1968 was het laatste hoogveengebied in Zuidoost-Drenthe bijna verdwenen. Staatsbosbeheer ontfermde zich over het stukje hoogveen van een halve hectare en viert nu met een boek 50 jaar bescherming van het Bargerveen.

Een doorlopend succesverhaal is de bescherming van Bargerveen allerminst, zo blijkt uit het boek 'Bargerveen, grenzeloos groeiend'. (zie hieronder)
Vooral de eerste twintig jaar zijn de economische ofwel landbouwbelangen rondom het Bargerveen te groot om het hoogveen weer te laten floreren.

Absoluut dieptepunt is 1998. In de maand oktober valt er 288 mm regen tegen normaal ruim 80 millimeter. De dammen die het water in het kwetsbare natuurgebied moeten houden om het hoogveen weer te laten groeien, breken door en het Bargerveen loopt leeg. De schade loopt in de miljoenen euro’s.

Over die hoge kosten om het hoogveen in Nederland van de ondergang te redden, schrijft Matthijs Schouten al in het voorwoord. Hij is ecoloog in dienst van Staatsbosbeheer en tevens hoogleraar aan Wageningen Universiteit en aan de Universiteit van Cork in Ierland.
,,We waren het eerste land in West-Europa dat zijn hoogvenen zo goed als geheel had vergraven. Daarna kwam het besef dat daarmee een wezenlijk en karakteristiek element van ons groene erfgoed verloren was gegaan. We werden vervolgens het eerste land in de wereld dat probeerde veenresten te restaureren. En dat tegen een zeer hoge prijs. Toen in 1987 een grote groep Ierse politici, wetenschappers en natuurbeschermers het Bargerveen bezocht om kennis te nemen van wat voor herstelmaatregelen nodig zijn wanneer een hoogveensysteem niet tijdig beschermd wordt, hield een van de Ierse gasten een takje omhoog voor de camera’s van de Ierse televisieploeg en zei: "Dit moet wel de meest kostbare veenbes in de hele wereld zijn."

Laatste stukje wildernis

Het behoud van het hoogveen in Nederland kost wat, net als de zorg om het Waddengebied. Beide landschappen worden wel het laatste stukje wildernis in West-Europa genoemd. Voorlopig is het Bargerveen nog geen echte wildernis, aldus Schouten, maar gaat het langzaamaan wel die kant op. Een degelijke bescherming van het hoogveen is niet alleen voor de biodiversiteit van belang, maar ook voor de vastlegging van CO2.
Om het hoogveen te behouden, heeft Staatsbosbeheer in de loop der jaren veel geïnvesteerd in de bufferzones. Dit is gedaan om het water vast te houden in het kerngebied, om tegendruk te geven tegen het weglekken van grondwater onder het veen en om wateroverlast in de omgeving te voorkomen.

Het Bargerveen is te vergelijken met het Fochteloërveen op de grens van Fryslân en Drenthe. Het zijn beide hoogveengebieden en met ruim 2000 hectare ongeveer even groot.

Het kerngebied van het Bargerveen is nog altijd het stuk rondom die halve hectare hoogveen dat uit vroegere tijden stamt. Dit gebied torent nog altijd een paar meter boven het omringende gebied uit. Hier ligt het echte hoogveen, dat vreemd genoeg door geologen een gesteente wordt genoemd. Een gesteente dat veert als je erop loopt en dat bestaat uit de resten van dode planten, vooral veenmos.

Levend hoogveen

Hoogveen ontstond in Nederland in het natte klimaat van na de laatste ijstijd. Hele dekens van veenmos bedekten toen grote delen van ons land. Dit veenmospakket groeit boven de grondwaterspiegel.
Veenmos heeft de eigenschap dat het regenwater vasthoudt en dat het de dode plantenresten niet verteert.
In de loop van duizenden jaren werden de veenmosdekens enkele meters dik. Het wordt levend hoogveen genoemd als er nog groei plaatsvindt.
Met vallen en opstaan heeft Staatsbosbeheer ervoor gezorgd dat in het Bargerveen weer levend hoogveen is ontstaan.

Turf (= gedroogd veen) werd in de prehistorie al als brandstof gebruikt. De echt grootschalige turfwinning ontstond in de zeventiende eeuw. Hele veengebieden werden afgegraven.
Wat overbleef was dalgrond ( = zand vermengd met een beetje veen). Dit werd vervolgens gebruikt als landbouwgrond en zo ontstonden de veenkoloniën. De eerste hoogveengebieden verdwenen in de Randstad, waar de meeste mensen woonden. In Zuidoost-Drenthe verdwenen de laatste, omdat ze ver weg waren van de afzetmarkten. Toen turf in de negentiende eeuw als brandstof uit de gratie raakte, werd het materiaal gebruikt als turfstrooisel en tuinturf en als actieve koolstof, bekend van de Norit-tabletjes.

Boekweit

Over die hele (cultuur)geschiedenis die met het hoogveen verweven is, gaat het boek "Bargerveen grenzeloos groeiend" ook.
Heel aardig is een hoofdstukje over de boekweitteelt. Toen de graanprijzen vanaf 1760 enorm stegen, kwam er meer belangstelling voor de teelt van boekweit. Deze plant is een eenjarig gewas en komt uit Midden-Azië. Voordeel is dat het in twaalf weken tijd geoogst kan worden en dat de plant veel bijen aantrekt wat voor imkers weer aantrekkelijk is. Het meel is bovendien erg voedzaam en gezond. Nadeel van de teelt van boekweit is dat de veenbodem daarna een paar jaar niet meer geschikt is voor andere gewassen.

In de zeventiende eeuw toen de grootschalige teelt van boekweit op gang kwam, brandden boeren vele hectares veen af, zodat ze in die as boekweit konden verbouwen. De Italiaan Edmondo de Amicis schrijft in zijn reisverslag Nederland en zijn bewoners uit 1876: ‘De eindeloze rookwolken die uit de turfstreken van Drenthe oprijzen, worden door de noordenwind over Midden-Europa gedreven, tot naar Parijs, Zwitserland en de Donau.’

Flora en fauna

Natuurlijk is er ook veel aandacht voor de flora en fauna in het Bargerveen. Vrijwilligers, natuurgidsen, vogelaars en boswachters die in het gebied actief zijn, doen uitgebreid hun verhaal.
Op een overzichtkaart staan alle fiets- en wandelpaden in het gebied.

Het hoogveenreservaat wemelt van de zeldzame planten en dieren.
Zeer zeldzame vogels als de Grauwe klauwier broeden er, er vliegen nog Heidehommels tussen de Lavendelheide, Veenbes, Beenbreek.
Verder groeien er 8 veenmossoorten die op de Rode Lijst staan.

Hoogveen = landschap dat wordt gevormd door
.............
planten die leven van regenwater.
............ Door de sponswerking van het veen en de niet
............ of nauwelijks waterdoorlatende ondergrond
............ (veen, gyttja of bijv. leem) ligt het peil van de
............ regenwaterlens hoger dan het lokale
.............
grond- of oppervlaktewater en kan het veen
............ boven het omliggende landschap uit groeien.

Moerasveen ( Laagveen) = landschap of landschapsdeel
............ dat wordt gevormd door planten die onder water
............ groeien
, waarbij zich een pakket van slechts
............ gedeeltelijk verteerde plantenresten ontwikkelt.
............ Moerasveen ( laagveen )wordt niet alleen door
............ regenwater.gevoed, maar óók door
............ grond- of oppervlaktewater


Levend hoogveen = hoogveen, waar groei plaatsvindt.

Rustend hoogveen = hoogveen, waar noch groei noch
............ aftakeling plaatsvindt.

Aftakelend hoogveen = hoogveen, waar aftakeling plaatsvindt.

 


Hoogveen ( een vegetatietype)
(hoogveen = veen gevormd boven het oorspronkelijke grondwaterniveau)

Uit:
Nederlandse oecologische Flora, deel 3 , blz. 50 e.v.

Het fundament van een hoogveen wordt gelegd door de Veenmossen (Sphagnum spp.)
Een veenmosplant heeft het vermogen enkele tientallen malen het eigen gewicht aan water op te slaan in haar cellen en tussen haar stengels en bladeren.
Verder kan Veenmos met zeer weinig minerale voedingsstoffen toe.
Zijn stikstof betrekt het uit het water. Dit wordt daardoor steeds zuurder en voedselarmer.
Aan de top groeit het mos steeds door; aan de voet sterft het door lichtgebrek af en wordt het ineengeperst onder het gewicht van het levende materiaal. In het zure veenwater gaat het echter nauwelijks tot ontbinding over, zodat het zijn structuur en sponswerking behoudt.
Geologisch gezien vormen hoogvenen een erg 'jong' verschijnsel: pas na 8000 jaar v. Chr. nam hun ontstaan een aanvang.

De oorsprong van de Nederlandse hoogvenen ligt in de natte laagten in het landschap, die weinig of geen afwatering kennen. Zulke laagten groeien dicht met Riet, Lisdodden, Wollegrassoorten en Zeggesoorten.
Het strooisel daarvan doet onder water een veenpakket ontstaan. Vroeg of laat ligt de mineralenvoorraad van het water goeddeels in dit veen opgeslagen en dan is de tijd rijp voor de vestiging van Veenmossen (Sphagnum-soorten).
In eerste instantie betreft het soorten van minder extreem zuur en voedselarm milieu, zoals Gewoon veenmos (Sphagnum palustre).
Naarmate die het water doen verzuren, doen andere soorten hun intrede, bijv. Fraai veenmos (S. fallax).
Nu begint de 'veenmosspons' het water geleidelijk boven de waterspiegel van de omgeving omhoog te trekken. Dit is het begin van de echte hoogveenvorming. Dan komen soorten die zich pas boven de waterspiegel goed ontwikkelen. Bijvoorbeeld:
Rood veenmos ( S. rubellum) en Hoogveen-veenmos (S. magellanicum).
Uit het groeiende mospakket , dat zich gaandeweg boven de omgeving verheft, vloeit aan de rand zuur water af. De aangrenzende ( bos)vegetatie sterft daardoor af en wordt ook door Veenmos overwoekerd. Uitgaande van een of meer kleine laagten kan het hoogveen zich als een grote koek over het terrein leggen.
Het afgestorven Veenmos vormt een laag die meters dik kan worden en de levende bovenlaag afsluit van het grondwater en van de daarin opgeloste voedingsstoffen. Alleen via de lucht worden geringe hoeveelheden minerale voeding toegevoerd, voornamelijk met regenwater.
De sponswerking van het mospakket maakt dat het hoogveen natte en droge perioden kan 'opvangen' door uit te dijen of in te krimpen.

Het oppervlak van een aangroeiend of levend hoogveen vertoont een kenmerkend reliëf van bulten en slenken. Doordat de bulten voor zuurstof uit de lucht toegankelijk zijjn, vindt hier iets meer afbraak van organisch materiaal plaats dan in de slenken. Ze vormen het domein van de Heidefamilie.
Van onder naar boven staan er - in elkaar overlappende gordels - Kleine veenbes, Lavendelhei, Gewone dophei, Struikhei en op de toppen van de droogste bulten ook Kraaihei.
Van de overige vaatplanten op hoogveenbulten is Eenarig wollegras (Eriophorum vaginatum) het meest kenmerkend.
Verder staan er: Ronde zonnedauw ( Drosera rotundifolia), Pijpenstrootje (Molinia caerulea),
Naast Veenmossen treden hier andere bladmossen op en ook levermossen.

Als het hoogveen een dikte van vijf tot tien meter heeft bereikt, schiet het waterzuigend vermogen van het veenmospakket tenslotte tekort om verder groei toe te laten. Het levend hoogveen verandert dan in een rustend hoogveen, waarin Gewone dophei de boventoon voert.
Bij de door de mens veroorzaakte uitdroging neemt het aandeel van Struikhei toe, maar komt langzamerhand ook boomgroei op gang, die in levend hoogveen onmogelijk is.
Het broekbos van Zachte berk en Grove den krijgt een onderbegroeiing van voornamelijk Pijpenstrootje en Bosbessoorten, terwijl de eerder genoemde hoogveenplanten verdwijnen of op de achtergrond raken.

De uitgestrekte hoogvenen in West-Nederland werden vanaf ca. 1100 na Chr. ontwaterd en ten dele uitgeveend. Wat overbleef kwam door inklinking ( = krimpen bij waterverlies) en oxidatie steeds lager te liggen: wat nu als laagveen wordt aangeduid, is voor een belangrijk deel 'verdronken hoogveen'.

De oostelijke helft van het land bleef tot in de 19de eeuw rijk aan hoogveen. Noordoost-Nederland en Noordwest-Duitsland hadden samen de grootste oppervlakte aan hoogvenen van heel Europa. Ze waren in gebruik voor de boekweitbrandcultuur en er werd veen afgegraven. Deze heeft lang als brandstof gediend en is nu nog grondstof voor potaarde en norit.
Afgraving en ontginning hebben het Nederlandse hoogveenareaal in nog geen anderhalve eeuw van 180.000 tot ongeveer 3000 hectare teruggebracht.

Hoogveen = landschap dat wordt gevormd door
.............
planten die leven van regenwater.
............ Door de sponswerking van het veen en de niet
............ of nauwelijks waterdoorlatende ondergrond
............ (veen, gyttja of bijv. leem) ligt het peil van de
............ regenwaterlens hoger dan het lokale
.............
grond- of oppervlaktewater en kan het veen
............ boven het omliggende landschap uit groeien.

Moerasveen ( Laagveen) = landschap of landschapsdeel
............ dat wordt gevormd door planten die onder water
............ groeien
, waarbij zich een pakket van slechts
............ gedeeltelijk verteerde plantenresten ontwikkelt.
............ Moerasveen ( laagveen )wordt niet alleen door
............ regenwater.gevoed, maar óók door
............ grond- of oppervlaktewater


Levend hoogveen = hoogveen, waar groei plaatsvindt.

Rustend hoogveen = hoogveen, waar noch groei noch
............ aftakeling plaatsvindt.

Aftakelend hoogveen = hoogveen, waar aftakeling plaatsvindt.


Bult ....= gewelfd moskussen dat het hele jaar boven het water
.............. uitsteekt.
Slenk...= een natte laagte die alleen in de winter en voorjaar
.............. onder water staat.

 

 

Zeer mooi boek met nuttige
achtergrondinfo:

Bargerveen, grenzeloos groeiend,
Henk van den Brink,
Eerste druk 2018.

Staatsbosbeheer, in samenwerking met
Uitgeverij kleine Uil

Te bestellen bij:
Reisboekwinkel de Zwerver
(webshop voor reisgidsen en landkaarten) 

.

Tot zo’n drie eeuwen geleden vormden een flink deel van Drenthe, de zuidoostelijke helft van Groningen en een groot deel van het Emsland samen één uitgestrekt hoogveen: het Bourtangerveen.
Maar wat in duizenden jaren was gegroeid, verdween in enkele eeuwen.
Het veen werd afgegraven en als turf opgestookt.
In het uiterste zuidoosten van Drenthe, tegen de grens met Duitsland, bleef een stuk veen gespaard. Hier, in het Bargerveen, wordt nu alles uit de kast gehaald om het op sterven na dode hoogveen weer tot leven te wekken. Een uniek experiment, dat zijn vruchten begint af te werpen!
Het eerste stuk van het Bargerveen kwam vijftig jaar geleden in het bezit van Staatsbosbeheer. Ter gelegenheid van dat jubileum verschijnt dit boek.
Over hoe het veen ontstond en zich ontwikkelde, wat mensen ermee deden en hoe het verdween.
Over de volharding en inventiviteit waarmee mensen nu proberen het veen te herstellen.
En over hoe het Bargerveen zich intussen ontwikkelde tot een schitterend natuurgebied.
Fascinerende geschiedenissen, die in dit boek op een heldere en toegankelijke manier worden verteld.
Naast gesprekken met diverse betrokkenen staat dit fraai vormgegeven boek vol foto’s, kaarten en tekeningen, waarmee het zowel voor de trouwe bezoeker als de nieuwsgierige natuurliefhebber een aangename gids is.

 

Boek:

Natuur in Nederland,
Frank Berendse,
Vijfde druk 2019.

Te bestellen bij:
Reisboekwinkel de Zwerver
(webshop voor reisgidsen en landkaarten) 

.


Pdf met routebeschrijving en kaart:
Deze kun je gratis downloaden op:
www.natuurinnederland.nl/NiN_wandelingen.html



ANWB Campings:

Zie voor een overzicht anwb.nl/drenthe



Wildkamperen:
Een nachtje bivakkeren ('s avonds de trekkerstent opzetten en 's morgens weer afbreken) is geen probleem in dit gebied.

 


Overnachting:

Voor mooi gelegen vakantiehuisjes in de natuur
ga je naar Natuurhuisje.nl

.

 

 

Deze wandelsite is niet-commercieel, onafhankelijk en gratis. Dat is enkel mogelijk door steun van de bezoekers.

Heb je hier goede info gevonden, toon dan je waardering door een kleine donatie voor het vele werk.
Zo kan de website ook gratis blijven en uitgebouwd worden!

...................................... .
. Betaal met deze knop in een paar klikken via je eigen PayPal-saldo.
. Heb je zelf nog geen PayPal-rekening, dan kun je toch via PayPal vanaf je creditcard geld overmaken.

Uiteraard kun je ook doneren door overschrijving op mijn
ING-bankrekening:

IBAN : NL38 INGB 0003 5057 89
BIC : INGBNL2A
t.n.v. P. C.M. Smulders.

 

Weet je aanvullingen en verbeteringen van deze tekst?
Graag een e-mail naar:

e-mailadres

De andere mooie Natuur in Nederland - wandelingen vind je op:
.
www.pietsmulders.nl/nederland_natuurinnederland.html

. .... . .... .

LAATST BIJGEWERKT : 23-09-2020