.
KNAPZAKROUTE
... BALLOO – ROLDE

 

............d................Noordlus 9 km ... en ...Zuidlus 7 ½ km

Snel naar:

1... Noordlus (= Balloërveld) 9 km

2... Zuidlus vanuit Rolde 7 ½ km

 

Belangrijk !

In de loop van de tijd verandert er van alles onderweg:
paadjes verdwijnen,  nieuwe weggetjes worden aangelegd, etc. 
Kijk daarom vooraf op de website:
. https://knapzakroutes.nl/bokd/overzicht-knapzakroutes/k38-....
Bij het hoofdstuk Routenieuws staan de recente routewijzigingen.
Noteer ze in je wandelgidsje
.

 

De hoofdroute van 1 km is te splitsen in:
- Noordlus (= Balloërveld) .. 9 km
- Zuidlus vanuit Rolde ..7½ km.

• Het wandelgidsje had begin 2019 een zeer gedateerde topografisch kaart.
.. Dat maakt het vinden van de route tamelijk lastig.
.. Ook de routebeschrijving in dat gidsje moet ge-update worden.
.. Ik geef daarom hieronder een beter kaartfragment van Topotijdreis.nl en
.. enkele verduidelijkingen in de tekst.
• Wil je de 'grote, stille heide' beleven, kom dan niet in het weekend.
.. Dan is het hier erg druk. Dit geldt speciaal in de buurt van de fietspaden
.. in het westen en zuiden (zie kaartje). Het oostelijke deel wordt minder
.. bezocht.
• Wil je de Struikhei in vólle bloei zien, kom dan rond de laatste week van
...augustus.
(Sommige jaren al een week eerder)
Het Balloërveld grenst aan twee kanten direkt aan een beekdal, aan de
...westkant het Loonerdiep, aan de oostkant het Rolderdiep.
...Beide beken.ontvangen water uit de heide.
...Aan de westelijke rand van het Balloërveld.ontspringt een klein helder
...stroompje , het Smalbroekerloopje, een unieke.plek met zeer bijzondere
...plantengroei.

Hoofdstuk1

. 1. NOORDLUS (= BALLOËRVELD ) .= 9 km

Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.

Rode streepjeslijn = wandelroute.
Oranje doorgetrokken lijn = fietspad. ( Daar is het in het weekend erg druk.)
.De zigzaggende blauwe doorgetrokken lijn = tankgracht Tweede Wereldoorlog
.. en de blauwe streepjeslijnen = loopgraven (van het voormalige militaire oefenterrein).

. Cf = Celtic field - complex en K = karrensporen.
Bron: topotijdreis.nl


Samenvatting Noordlus:
• Vanaf de schaapskooi het Balloërveld op.
• Langs de tankgracht en het Celtic field - complex.
.. De akkertjes uit de IJzertijd waren echter niet in het terrein te herkennen.
• Langs een loopgraaf naar de ontginningsboerderijtjes.
Je kunt beter het gedeelte ten noorden van de weg Loon - Gasteren
overslaan, omdat die zandwegen ook voorkomen in respectievelijk
de knapzakroute van Loon en die van Gasteren.
In dat geval wordt de Noordlus 9 km en geen 12.

• Op de terugweg langs de pingoruïne:
.. (een mooi pauzepunt zittend op de oostelijke randwal)
• Bij de Galgenberg zie je de eeuwenoude karrensporen.
• Bij het beekdal van het Rolderdiep was nog overal een grenswal
.. aanwezig. De dwarswallen waren echter opgeruimd.



• Eind augustus als de Struikhei in volle bloei staat, heeft de Wilde lijsterbes ook al
.. oranjerode bessen. Ze worden snel door lijsterachtigen opgegeten.
• Deze Wilde lijsterbessen zijn het beginstadium van bosvorming.
• Daarnaast slaan ook Jeneverbessen, Ruwe berken en Grove dennen op.
.. Wil je de monocultuur heide behouden dan mag je niet te veel ontkiemende
.. bomen en struiken laten staan. En de heide zelf zal ook regelmatig moeten worden
.. afgegraasd, afgemaaid, afgebrand en zelfs afgeplagd.

 

Balloërveld:
.
Het Balloërveld is een uitgebreid heidegebied met de volgende
archeologisch belangrijke elementen:
grafheuvels , Celtic field - complex , urnenveld en eeuwenoude
karrensporen.
Deze 'grote, stille heide' is helaas nog maar 367 ha, dus niet echt groot.
En in het weekend ook niet echt stil als er veel fietsers onderweg zijn.
Toch is het al een van de grootste heidevelden in Drenthe.
Er is dus de vorige eeuw erg veel heide ontgonnen.
Dit Balloërveld is gelukkig bewaard gebleven doordat het in 1916 werd
toegewezen als militair oefenterrein.
Het heideveld ligt op een plateau tussen twee beekdalen (het Loonerdiep en het Rolderdiep). Het vormt dus de waterscheiding tussen deze twee hoofdtakken van de Drentsche Aa
 
De overwegend (vergraste) heidebegroeiing wordt spaarzaam
afgewisseld met veentjes, kleine zandverstuivingen en boomgroepjes.

Overdag loopt een grote kudde van 400 Drentse heideschapen met
herderin op de heide.’s Nachts staan de schapen in de schaapskooi.
Op een informatiepaneel bij de schaapskooi wordt dagelijks
aangegeven waar je de kudde op het heideveld kunt vinden.

.
• Er zijn ook enkele kleine zandverstuivingen. Op de kaart boven zijn deze geel.

Heiden en stuifzanden:

Heiden komen in Drenthe voor op voedselarme zandgronden.
Ze zijn ontstaan door het kappen en branden van bos en vervolgens
in stand gehouden door begrazing, plaggen en branden.
Wanneer dit gebruik achterwege blijft, veranderen ze weer in bos.

Vóór de introductie van kunstmest vormden heiden een essentiële schakel in de landbouw. Ze vormden de weidegrond voor de
schapen, die de mest leverden waarmee de akkers vruchtbaar werden gemaakt.
Waar heiden te intensief werden beweid, verdween de begroeiing en ontstonden zandverstuivingen.
Nadat de heiden voor de landbouw overbodig waren geworden,
verdween een groot deel van het areaal heide en stuifzand door ontginning tot landbouwgrond, bosaanplant of spontane verandering
in bos.

Flora en vegetatie:

De kenmerkende begroeiing van heiden bestaat grotendeels uit dwergstruiken uit de Heidenfamilie, een plantengroep die is
aangepast aan voedselarme omstandigheden.
We kunnen de heiden indelen in droge en natte:

De droge heiden (voorbeeld Balloërveld) bevinden zich op de goed doorlatende zandgronden.
Meestal is hier Struikhei de overheersende heideplant; soms Kraaihei.

De natte heiden (voorbeeld Dwingelderveld) zijn te vinden op
plaatsen waar zich in de ondergrond een ondoorlatende laag bevindt,
meestal een keileemlaag.
Gewone dophei is hier de meest opvallende soort.

Eind twintigste eeuw gingen in veel heideterreinen de grassen domi-
neren. In de droge heide was dat Bochtige smele en in de natte Pijpenstrootje.
Deze vergrassing werd veroorzaakt door:
- het verdwijnen van begrazing, afplaggen en branden en
- de aanvoer via de lucht van stikstof.
De typische planten van de heide raakten hierdoor in de verdrukking.
De herintroductie van begrazing en plaggen in veel terreinen lijkt
voor de droge heiden al tot herstel te leiden.
In natte heiden is het tot nu toe minder succesvol: het aandeel van Pijpenstrootje neemt weliswaar niet meer toe, maar dat van
Gewone dophei neemt nog steeds af.


 

Tankgracht en loopgraven:

Restant uit de Tweede Wereldoorlog:
Over het Balloërveld loopt een verdedigingslinie, bestaande uit een
zigzaggende tankgracht met aan de westzijde een ook zigzaggend loopgravenstelsel met schuttersputjes.
( De enkele meters hoge loopgraven werden bovengronds aangelegd vanwege de hoge grondwaterstand ter plaatse.)
De enkele meters diepe tankgracht met een steile oostwand moest
de vijandelijke tanks tegenhouden.
Ze maakt deel uit van een lange verdedigingslinie vanaf Meppel via de
stad Groningen naar Delfzijl. Deze linie heet de Frieslandriegel.
De linie werd in opdracht van de Duitsers aangelegd na de snelle
opmars van de geallieerden na de landing in Normandië 6 juni 1944.
De verdedigingswerken waren bedoeld om een eventuele aanval
vanuit het westen af te slaan.
Bijna overal zijn de restanten van deze linie opgeruimd.
Hier op het Balloërveld zijn ze behouden gebleven.

.
Een stukje van de zigzaggende tankgracht. Deze 2 tot 3 m diepe gracht is
.. in de Tweede Wereldoorlog in opdracht van de Duitsers gegraven.
...Ze maakt deel uit van een.lange verdedigingslinie vanaf Meppel via de stad
.. Groningen naar Delfzijl..Deze linie heet de Frieslandriegel.
Rechts daarvan loopt een brede zandweg. Er zijn veel brede zandwegen in dit gebied.
.. Ze vormen een restant uit de tijd dat het terrein nog door het Ministerie van Defensie
.. werd gebruikt voor tankoefeningen.
Ronde de laatste week van augustus is de heide hier en daar nog een paars paradijs.
.. Dan staat de
Struikhei maximaal in bloei.


Een stukje van de zigzaggende loopgraaf. Ze is enkele meters hoog.
Bovenop bevindt zich in het midden een greppel en rechts een voetpaadje.
Door de jaren heen is de loopgraaf begroeid geraakt met Ruwe berken.
.. Van ver af is het een mooi lintvormig element in het heideveld.

 

 

Celtic field (akkercomplex uit de IJzertijd)

.

.
• Een geschilderde vogelvlucht-impressie van een celtic field.

.• Kaart van een celtic field (akkercomplex uit de IJzertijd) bij Vaassen (op de Veluwe).
• De eerste kavelblokken zijn met geel aangegeven. De akkers daaromheen zijn latere toevoegingen

• Dit akkercomplex uit de IJzertijd ligt ingesloten tussen beekdalen (donkergroen) en een prehistorische weg (grijs).
• In rood zijn enkele grafheuvels uit dezelfde tijd aangegeven.


In de loop van de Bronstijd nam de bevolking toe en dit was waarschijnlijk de aanleiding het akkerland doelmatiger in te richten in kleine, veelal rechthoekige veldjes, de zgn. celtic fields [spreek uit: keltik].
In de loop der tijd zouden deze akkercomplexen op veel plaatsen uitgroeien tot aaneengesloten kleine akkers die omgeven waren door lage wallen.
Die veldjes deden, behalve voor de verbouw van gewassen, dienst als boerenerf en vermoedelijk werd er ook vee geweid.

Vanuit de lucht laat zo'n celtic field zich het best vergelijken met een schaakbord. Zo'n akkercomplex kan tientallen hectaren beslaan.
De walletjes zijn vermoedelijk ontstaan doordat ontginningsafval op rillen werd gedeponeerd die in de loop der tijd uitgroeiden tot heuse wallen.
De veldjes variëren in vorm en afmetingen en zijn vaker rechthoekig dan vierkant, met zijden van 20 - 40 meter. Waarschijnlijk werd de maatvoering bepaald door de hoeveelheid land die men in een dagdeel met het eergetouw kruislings kon bewerken.
Ze zijn vaag herkenbaar doordat de walletjes begroeid zijn met Struikhei en de veldjes met Pijpenstrootje.
Dus er is naast hoogteverschil ook vegetatieverschil tussen walletjes en veldjes.

Een gezin had zo'n 25 veldjes nodig om in zijn onderhoud te kunnen voorzien. Slechts tweederde van zo'n celtic field werd jaarlijks bewerkt. De rest lag braak , waarbij beweiding met schaap en rund voor wat mest zorgde. Je had dus een behoorlijk oppervlak nodig om enkele families te kunnen voeden.

Het gebruik van dit akkersysteem kwam in de Romeinse tijd tot een eind. Men ging toen een betere ploeg gebruiken, de keerploeg. Deze had langere akkers nodig, zodat je weinig hoefde om te draaien.
Veel nederzettingen werden verplaatst en anders ingericht. Rond de nederzettingen ontstaan dan de essen, met mest en plaggen opgehoogde akkers.

.• Het 'eergetouw' was het werktuig waarmee de boeren van de ijzertijd ploegden (vergelijk naam met bijv. 'weefgetouw')
• Het was een stevige stok met een ijzeren bescherming aan de punt. Ze werd door ossen door de grond getrokken.
Het juk was óf op de horens óf op de schouders van de ossen bevestigd.
• Met deze ploeg werd de zode alleen gescheurd en niet gekeerd. Daarom was er een bewerking in twee richtingen loodrecht op elkaar nodig om het veld voldoende geploegd te hebben. Vandaar waarschijnlijk ook de voorkeur voor min of meer rechthoekige percelen.


Naam Celtic fields:
Engelse onderzoekers gaven deze akkercomplexen uit de IJzertijd de naam celtic fields omdat ze dachten dat deze akkertjes door de Kelten waren ontgonnen. Hoewel al snel duidelijk werd dat dit niet juist was, bleef de oude term tot op de dag van vandaag toch ook gebruikt.


Celtic fields in Drenthe:
Bij ontginningswerkzaamheden zijn later veel sporen van celtic fields uitgewist. Maar gelukkig zijn in bossen en heidevelden restanten bewaard gebleven o.a. op het Hijkerveld, het Ballooërveld en het Noordsche Veld bij Zeijen.


Het celtic field weer zichtbaar gemaakt:
Lopend in bossen en heidevelden kun je de celtic fields vrijwel niet herkennen. Maar met de Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN)-Viewer worden ze zichtbaar gemaakt. Geef daar in het zoekvenster Balloo op en zet een vinkje bij de laag AHN3 maaiveld-Hillshade. Dan worden de grafheuvels en het celtic field weer zichtbaar.


• Restanten van het celtic field op het Balloërveld als rechthoekige veldjes.
• Het ingetekende uitzichtpunt is de Galgenberg met ten oosten daarvan de karrensporen.
• De grote zigzaglijn in het westen is de tankgracht.


Verdere info:

www.dbnl.org/tekst/hege004arch01_01/he

https://knapzakroutes.nl/bokd/knapzak-abc

 

 

Pingoruïne.

Een halve kilometer ten noordwesten van de Galgenberg ligt een
pingoruïne met daarin een meertje. Zie foto.

• Het pingomeertje vanaf de zuidoost oever.

Wat is een pingoruïne ?
Dit is een vaak vrij diep, rond meertje omzoomd door een lage wal.
Het is overgebleven na het smelten van een ijslens in de bodem.

Hoe is zo'n pingoruïne ontstaan?
• Tijdens de laatste ijstijd was het zo koud dat de bovenste tientallen
.. meters permanent bevroren waren (permafrost).
.. Onder deze bevroren bodem bevond zich grondwater dat vanwege
.. de grote diepte sterk onder druk stond.
.. Op plaatsen waar zich scheuren in de permafrost bevonden welde
.. het grondwater
daarom omhoog (1).
.. Zodra het in de zone met permafrost kwam bevroor het.
.. Hierdoor ontstond een ondergrondse ijslens, die door de aanvoer
...van nieuw grondwater bleef groeien. De grond boven de ijslens werd
.. steeds verder omhooggeduwd. Er ontstond een heuvel die tientallen
.. meters hoog kon worden
(2).
• Door de aanhoudende groei van de heuvel met de ijslens ontstonden
.. er op een gegeven moment scheuren in de grond bovenop de ijslens.
.. Zonlicht kon nu op het ijs schijnen, waardoor dit langzaam ging
.. smelten.
.. Ook de bedekkende grondlaag ontdooide. Geholpen door het
.. smeltwater dat van de pingo afstroomde geleden stukken grond naar
.. beneden, die zich aan de voet van de heuvel ophoopten.
.. Zo vormde zich aan de onderkant een ringvormige aarden wal, de
.. zogenaamde randwal.
.. Toen al het ijs gesmolten was bleef er een ringvormige krater over
.. die zich vulde met smeltwater: een pingoruïne (3). 
• Vanaf het begin van het Holoceen nam de temperatuur sterk toe.
.. In het pingomeertje gingen planten groeien. Afgestorven planten
.. verrotten niet maar stapelden zich op tot veen. Geleidelijk raakte de
.. pingoruïne opgevuld met veen. In het landschap waren nu alleen
.. nog de ringvormige aarden wallen herkenbaar.
• Uit koolstofdateringen van plantaardig materiaal uit de onderste
.. veenlagen is gebleken dat de pingoruïnes zijn gevormd rond de
.. 12.000-11.000 jaar geleden.
.. In de 19e en 20e eeuw werden de pingoruïnes uitgeveend
.. Na het uitvenen vulde de pingoruïne zich met regenwater, waardoor
.. de ronde pingomeertjes weer herkenbaar werden in het landschap (4).



Zie: www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen...




Vennen en veentjes:
( In Drenthe heten vennen vaak veentje, maar ook wel
.. gat, meer, plas, poel of koele.)

Vennen zijn natuurlijke laagten in het voedselarme en kalkarme
dekzandlandschap van het Drents Plateau.

Permanent watervoerende vennen hebben een waterkerende
bodemlaag
, die vaak in de loop der eeuwen is ontstaan door inspoeling
van ijzer en humus.
Vennen zonder waterkerende bodemlaag kunnen 's zomers helemaal
droogvallen.

De meeste vennen zijn ontstaan in de laatste ijstijd of in de periode
daarna, door het afsmelten van pingo's ( heuvels met een ijslens )
of door winderosie.

Ze kunnen geheel of gedeeltelijk met veen zijn opgevuld, en worden
dan vaak veentjes genoemd.
Tot omstreeks 1950 werd in veel van deze veentjes turf gestoken.

Kenmerkend voor vennen is hun armoede aan voedingsstoffen.
Juist door dit voedselarme karakter zijn vennen van grote ecologische betekenis.
De keerzijde daarvan is dat de voorwaarden ervoor steeds moeilijker
in stand te houden zijn in een omgeving die zeer voedselrijk is.

Drenthe telt nog zo'n 870 vennen. Een eeuw geleden waren het er naar
schatting nog 3000, maar bij de grote heideontginningen in de crisisjaren
tussen 1930 en 1940 zijn talloze veentjes letterlijk met de grond gelijk gemaakt.

 

 

Grafheuvels (tumuli) o.a. Galgenberg:
uit de Nieuwe steentijd, Bronstijd, IJzertijd.

Na de hunebedbouwers werden de doden begraven in grafheuvels
gemaakt van aarde en plaggen.

Op het Ballooërveld zijn tientallen grafheuvels te vinden uit diverse
periodes: de Nieuwe steentijd, Bronstijd en IJzertijd.
Sommige zijn gerestaureerd.
Een aantal hebben zelfs namen: Mandenberg, Stakenberg en Galgenberg.

Onder elke grafheuvel ligt één persoon.
‘Voor het lichaam werd eerst een kuil gegraven, met een grafkamertje
erbij. Daarin gingen de grafgiften: een aardewerken beker, een kling,
een stenen hamerbijl, een vuurstenen bijl, soms wat barnstenen kralen.’
Mannen werden op hun rechterzij begraven met het gezicht naar het
westen; vrouwen op hun linkerzij, met het gezicht naar het oosten.
Het graf werd afgedekt met een enorme berg plaggen van gras- en heidegrond. Zo ontstond een heuvel.
Lang niet iedereen kreeg zo’n monumentaal graf. Ze waren vermoedelijk voorbehouden aan belangrijke personen uit de familie of uit de
gemeenschap.




• De grafheuvel Galgenberg stamt uit de Bronstijd.

De Galgenberg dankt zijn naam waarschijnlijk uit het feit dat er in de
middeleeuwen op deze grafheuvel een galg heeft gestaan.
in die tijd werd wel vaker een grafheuvel langs een belangrijke route
(hier: Groningen - Coevorden) gebruikt voor terechtstellingen.
De reizigers langs de route konden dan zien hoe het met je afliep als
je je niet aan de wet wenste te houden.

Verdere informatie over grafheuvels:

www.dbnl.org/tekst/hege004arch01_01/hege004arch01_01_0003.php

 

 

Eeuwenoude karrensporen

Vanuit het noordoosten van het Ballooërveld loopt een brede bundel
diepe sporen over het heidegebied. Ze lopen in de richting van
de kerktoren van Rolde.
Deze toren fungeerde eeuwenlang als een baken voor de reizigers om
niet op de eindeloze heide te verdwalen.
De wagens bereikten het veld vanuit Gasteren via een voorde, later via een brug over het Gastersche Diep.
(Een voorde is een doorwaadbare plaats in een beek. De bodem van de
beek werd daar met veldkeien geplaveid).
De bundel karrensporen over het veld is ca. 400 m breed.
Op sommige plaatsen liggen maar liefst 25 sporen naast elkaar.
Regelmatig moest een spoor verlegd worden als de wielen vast kwamen
te zitten. Op zo'n moment lieten de voerlieden hun karren een
nieuw spoor erlangs rijden.
Deze sporen dateren in hoofdzaak uit de middeleeuwen.
Ze maken deel uit van een verbinding tussen Groningen en Coevorden.
Ze zijn duidelijk zichtbaar in het veld. Loop vanaf de Galgenberg over
de zandweg oostwaarts (richting het Rolderdiep) en je ziet er dan
een aantal aan weerszijden van de weg.

• Je staat ten oosten van de Galgenberg en kijkt noordwaarts.
• Je ziet hier een stukje van het wasbordreliëf van karrensporen.
Karrensporen zijn te herkennen aan de diepliggende, lange sporen ( geulen ) begroeid met Pijpenstrootje.
De wallen aan de zijkanten zijn vanaf de oude route opgestoven en begroeid met Struikhei.
Dus naast hoogteverschil ook vegetatieverschil tussen diepliggend spoor en wallen.


De karrensporen beter zichtbaar gemaakt:
Lopend in bossen en heidevelden kun je de karrensporen wel herkennen, maar met de AHN-Viewer worden ze nog beter zichtbaar. Geef daar in het zoekvenster Balloo op en zet een vinkje bij de laag AHN2 maaiveld-Hillshade. Dan worden ze goed zichtbaar.


• Restanten van de karrensporen op het Balloërveld.
• Het ingetekende uitzichtpunt is de Galgenberg met ten oosten daarvan de karrensporen.
• De grote zigzaglijn in het westen is de tankgracht.
• Vanuit de lucht zien de karrensporen eruit als een serie naast elkaar liggende witte strepen.

• De route van Gasteren naar Rolde liep over het Ballooërveld.

 

 

 

Hoofdstuk2

. . .2. ZUIDLUS VANUIT ROLDE . .= km

Elk vierkant van het vierkantennet is in werkelijkheid 1 bij 1 km.
Bron: topotijdreis.nl.


Samenvatting Zuidlus:

• Start in Rolde.
• In de Middeleeuwen werd de kerk vaak aan de rand van de nederzetting
.. gebouwd, wat later een kerkbrink werd.
• Langs de oude spoorbaan en door Balloo naar de fraaie Kampsheide met
.. oud jeneverbesstruweel en een groot ven ( pingoruïne).
.. Neem hier de tijd om eens rond het ven te lopen en de grafheuvels te
.. bekijken.
.. Loop ook even op en neer naar het grote hunebed op de Ballooër esch.
• Vervolgens via de es opnieuw naar Balloo en verder naar de schaapskooi.
• Daarna door het zuidelijke deel van het Balloërveld waar je grafheuvels
.. en karrensporen ziet.
• Bij De Stokkert zijn nog enige dwarswallen in de groenlanden)
• In Rolde kom je langs een hunebeddenpaar en de middeleeuwse dorpskerk.
... ( Café-restaurant Hofsteenge , Hoofdstraat 23 in Rolde is meestal op een
.. doordeweekse dag 's middags open.)

 

Esdorp Balloo:
.
• Balloo is een esdorp, maar geen zeer karakteristiek esdorp.
Haar boerderijen zijn niet gegroepeerd rond de brink.
Haar bebouwing is gesitueerd in een ringvorm, met uitlopers langs
wegen in de richting van de omliggende dorpen.
Deze ringvorm is secundair. Ze is pas in de 18e eeuw ontstaan.
Vanwege ruimtegebrek in het bestaande dorp werden toen aan de
overzijde van het moestuinencomplex nieuwe boerderijen gebouwd,
waarna vervolgens een rondlopende zandweg is aangelegd.
• Balloo is van oorsprong een agrarisch dorp, en tot ver in de 20 ste eeuw
was het gros van de bevolking verbonden aan de landbouw,
direct of indirect via de ambachten.
Schaalvergroting en nieuwe kansen buiten deze agrarische
samenleving hebben ertoe geleid dat er nu nog maar een paar boerenbedrijven over zijn.

.• Een eeuw geleden bestond het grootste deel van het Drentsche Aa-gebied nog
... uit heide. Daarvan zijn slechts verspreide, kleinere heidevelden overgebleven.

.• De karakteristieke opbouw van het esdorpenlandschap rond 1900 :
... De kern bestond uit het esdorp met goorns ( moestuinen )
. ..In het esdorp ( rode cirkel ) stonden de rietgedekte boerderijen bijeen tussen
... hoogopgaand eikenhout.
....Gewoonlijk lagen de esdorpen op de hogere grond direct buiten het beekdal.
....Zo hadden ze goede toegang tot zowel de akkers (1) als de graslanden (2).

..• Ieder esdorp bezat :
. ..
1. Akkers op de essen (= gemeenschappelijke akkercomplexen)
...... .Die essen lagen vlak bij het dorp ook
op de hogere grond.

. ..
2. Graslanden (= groenlanden): De hooi- en weilanden in de beekdalen.
... 3. Heidevelden: men had nog zeer veel heide rond 1900.
.......
( Van de Bossen daarentegen was nog maar weinig over.)

.• Normaliter maakten het
esdorp met de es(sen) (1) en groenlanden (2) samen
... ongeveer 20% uit van het dorpsgebied, de heide (3) de overige 80%.

• Bron: www.topotijdreis.nl Schuif de tijdbalk op 1903 en vul een plaatsnaam in
... zoekvenster rechtsboven.



Introductie esdorpenlandschap:

Middeleeuwse boeren hadden het niet gemakkelijk in Drenthe. De arme zandgronden waren ongeschikt voor akkerbouw en de beekdalen daarvoor te nat. Daarom bedachten de boeren als oplossing de akkers (1) te bemesten met een mengsel van heideplaggen en mest.
Hierdoor zag het Drentse esdorpenlandschap er rond 1900 als volgt uit:

.Het esdorp met goorns:
De oudste esdorpen lagen op de hogere grond direct buiten het beekdal.
Zo konden de toenmalige boeren zonder grote afstanden te moeten afleggen op hun akkers (1) komen en ook in de Graslanden (groenlanden) (2) in het beekdal.
Zo'n dorp bestond uit een zwerm boerderijen met daartussen open ruimten en één of meer brinken, waar het vee werd verzameld.
Er was daar ook een waterplas die als drinkplaats voor het vee diende en ook kon worden gebruikt als bluswater.
De beplanting op de brinken, de erven en langs de perceelsgrenzen gaven het esdorp een groen karakter.
Bij het dorp lagen goorns (moestuinen ; Garten (Duits) ; garden (Eng)

Het dorpsgebied bestond uit de volgende drie landschappelijke eenheden:

1. De es(sen) = gemeenschappelijke akkercomplex(en)
Het esdorp en de essen lagen bij elkaar op de hogere grond langs het beekdal. De essen waren eeuwenlang de spil van de Drentse agrarische economie.
Op de essen werden de broodgranen verbouwd die de bevolking in leven moest houden. Granen waarmee men ook de pacht moest betalen en waarmee men heel soms een kleine winst kon maken op de markt. Rogge was eeuwenlang het belangrijkste gewas.
De grond werd vruchtbaar gemaakt met plaggen van het veld, in de potstal vermengd met mest.
De essen waren meestal in een aantal blokken verdeeld, en die waren weer onderverdeeld in een aantal stroken (lange, smalle percelen). Deze stroken waren privébezit.
Als de es uitgebreid werd, gebeurde dat door een nieuw blok te beginnen (blokverkaveling). Iedereen had recht op een aandeel.
De percelen op de es waren niet van elkaar gescheiden door singels of houtwallen, maar door een hoeksteen of een diepere voor. Wel werd de es als geheel vaak van de omringende heide gescheiden door een houtwal (eswal) of bosrestant om schapen buiten te sluiten en om vee bij stoppelbegrazing juist binnen de es te houden. Zo'n bosrestant zie je o.a. in Zeijen en Anloo.
(Tegenwoordig zijn de essen nog goed te onderscheiden, maar wel deels bebouwd. Hun interne structuur is wel flink gewijzigd, want het versnipperde eigendom is door ruilverkaveling geschikt gemaakt voor moderne landbouwmachines. Ook van de eswal is meestal niet veel meer over.)

2. Graslanden (groenlanden) in de beekdalen:
Dit waren de wei- en hooilanden.
De hooilanden (maden) bevonden zich in de lage, natte delen dicht bij de beek).
De weilanden (het broek) voor het rundvee, op de iets hogere, drogere delen.
Die hooi- en weilanden werden tot het begin van de 19 de eeuw niet bemest, waardoor zich daar rijk bloeiende plantengemeenschappen konden ontwikkelen.
Toen het gemeenschappelijk gebruik van de hooi- en weilanden in onbruik raakte, ging men de percelen scheiden met sloten en houtwallen. Deze dienden o.a. als veekering (zie kaart hieronder).
De hooilanden op de lage, natte delen langs de beek kregen een onregelmatige blokvormige verkaveling met sloten als veekering.
De weilanden op de hogere, drogere delen, kregen een opstrekkende verkaveling met houtwallen. Deze dwarswallen lagen loodrecht op de richting van het beekdal. Bij de weilanden moest je wel houtwallen maken, omdat ze te hoog lagen voor sloten.
(Helaas zijn tegenwoordig veel houtwallen langs die weilanden verdwenen.)

.3. Heidevelden :
Het veld: aanvankelijk waren dit bossen, waar men o.a. strooisel haalde voor de stal. Toen dit schaars werd, ging men over tot het afgraven van humus. Daaropvolgend werden hele plaggen afgegraven. Geleidelijk aan verschraalde het veld en veranderde in heide.
De droge terreingedeelten met Struikhei werden vooral door schaapskudden begraasd.
De vochtige, venige terreingedeelten met dopheide werden geplagd. Zij hadden wat meer humeus materiaal.
In de veentjes stak men turf voor eigen gebruik.
Door roofbouw of karrensporen ontstonden ook hier en daar gaten in het vegetatiedek wat leidde tot stuifzand.

.Bossen :
Daarvan bleef niet veel over. Het oorspronkelijke halfopen boslandschap was in de loop van de tijd door de boeren teruggebracht tot enkele bosrestanten rond de essen en wat oud bos in de beekdalen.
De bossen leverden hout, maar werden ook beweid.

. Schematische weergave esdorpenlandschap in Drenthe
.
• Het dorp
met een of meer es(sen) (1), groenlanden (2) en heide (3).
In dit schematisch voorbeeld zie je één es getekend. Echter de helft van
....alle esdorpen hadden er meer dan één.
Er waren op diverse plaatsen houtwallen:
.. 1. De eswal : rondom de es.
.. 2. a. De twee grenswallen evenwijdig aan het beekdal.
........... Ze dienen als afscheiding van het grasland met de heide (of essen).
....... b. De dwarswallen (lagen in het beek
dal dwars op de grenswallen)
........... Ze begrensden de eigendommen.

Bij dit oude landbouwsysteem had elk landschapsdeel zijn eigen functie in het geheel.
Groenlanden (2) en heidevelden (3) leverden voedsel voor de veestapel; de veestapel zorgde voor de bemesting van de essen (1), waarop de granen werden geteeld.
De heidevelden (3) leverden ook strooisel en plaggen voor de potstal.
De bosrestanten leverden hout, maar werden ook beweid.
Door deze samenhangen is het esdorpenlandschap een eenheid en geen verzameling losse elementen.

• De infields zijn de es(sen) (1) en de groenlanden (2) Zij lagen dicht bij het esdorp en werden relatief intensief bewerkt.
• De outfields zijn de uitgestrekte heidevelden. Zij lagen verder van de boerderijen en waren minder intensief bewerkt.

Vanuit de esdorpen was er naar buiten toe een afnemende intensiteit van het bodemgebruik. Dat liep van de essen (1), die het meest intensief werden bewerkt, via de groenlanden (2) (= wei- en hooilanden in de beekdalen) naar de heidevelden (3) (het minst intensief).

Het esdorp met de essen (1) en de groenlanden (2) maakten samen ongeveer 20% uit van het dorpsgebied, de heidevelden (3) de overige 80%.
(In de 19e eeuw was de reiziger geïmponeerd door de uitgestrektheid van de heide en was hij weer blij wanneer hij na uren lopen door de heidewoestijn weer een oase van een dorp ontdekte.)

Bij deze extensieve landbouw dient elk bedrijf over grote oppervlakten te beschikken. Die ruimte was in het oude Drenthe volop aanwezig.
Zo was bij een bedrijf met 12 ha akkers in het begin van de 19 de eeuw nog gemiddeld 25 ha groenlanden en liefst 100 ha heideveld aanwezig !
Daarop hield men zo'n 20 stuks rundvee en 80 schapen.
Om de vruchtbaarheid van 1 ha akkerland te waarborgen was dus meer dan het tienvoudige aan ander grondgebruik noodzakelijk.

Infield-outfield farming:
Infield-outfield farming is broadly defined as a type of farming system utilizing its area at two different levels of intensity: an intensively farmed infield and an outfield exploited at a low intensity.
(In het Noors noemt men ze Innmark en Utmark)
Infield = het binnengebied, d.w.z.
1. het bewerkte gebied (cultivated land; in cultuur gebrachte gebied),
2. dicht bij de boerderij.
De infield werd intensief gebruikt. Denk aan ploegen, maaien, bemesten.
Outfield = het buitengebied, de wildernis), d.w.z.
1. het onbewerkte gebied (uncultivated land ; niet in cultuur gebrachte gebied),
2. ver van de boerderij.
De outfield werd extensief gebruikt bijv. voor 't weiden van vee.





Kampsheide:
een heideterrein met een groot ven en grafheuvels.


Kampsheide is niet alleen een mooi natuurgebied, maar ook een archeologisch reservaat.
Van circa 2900 v. Chr. tot het begin van de jaartelling is dit gebied
langs het Deurzer- en Loonerdiep permanent bewoond geweest.
Prehistorische graven verraden tot op de dag van vandaag hun
aanwezigheid.
Daarna verplaatste de menselijke activiteit naar de hogere, zwaardere
gronden oostwaarts richting Balloo.

Op de Kampsheide liggen 44 grafheuvels, daarnaast een urnenveld en
een restantje van een Celtic field (IJzertijd-akkercomplex).

Na de hunebedbouwers werden de doden begraven in grafheuvels
gemaakt van aarde en plaggen.
Hier op de Kampsheide vind je grafheuvels uit diverse periodes:
Neolithicum, Bronstijd en IJzertijd.
In de Bronstijd en IJzertijd werden de doden niet langer begraven,
maar gecremeerd. De verbrande resten werden in een urn of in een
doek gedaan, waarna deze in een reeds bestaande heuvel werd bijgezet.
.
.

.• Deze grafheuvel in het mooie natuurgebied Kampsheide is wel 3 meter hoog.
.. Er zijn verschillende malen doden in begraven.
.. Bij elke begrafenis werd de heuvel opgehoogd.

. Een aantal grafheuvels zijn begroeid met jeneverbesstruweel.

• Rond het ven ( een pingoruïne) heb je een gordel van Pitrus (Juncus effusus)
.. die het ven omgeeft.
.. Direct buiten deze gordel bevindt zich een zone begroeid met
.. Pijpenstrootje (Molinea caerulea)

Kort uitstapje:
Slechts enkele honderden meters ten noorden van Kampsheide ligt
het grote en mooi gelegen hunebed D16 Balloo op de rand van de
Ballooër esch.
Het is opgenomen in de Knapzakroute Loon, maar het is de moeite
waard het nogmaals even te bezichtigen.
Het is fantastisch gelegen op een hoge plek op de rand van de es met
uitzicht over het lager gelegen beekdal.

Verdere informatie over grafheuvels:
www.dbnl.org/tekst/hege004arch01_01/hege004arch01_01_0004.php


 

Groenlanden langs het Rolderdiep (een van
de middenlopen van de Drentsche Aa)


De groenlanden (= graslanden) in het beekdal bestaan uit :
1. de hooilanden dicht bij de beek samen met
2. de weilanden op de beekdalflanken.

Aanvankelijk behoorden de groenlanden tot de gemeenschappelijk
gebruikte gronden.

1. In de loop van de 17e en 18e eeuw worden als eerste de
direkt langs de beek gelegen hooilanden verkaveld.
Hier konden sloten fungeren als perceelsscheidingen.

2. Later werden ook op de drogere beekdalflanken de weilanden van
elkaar afgegrensd. Nu niet door sloten, maar door houtwallen.
Resten van die strokenverkaveling zie je op het onderstaande kaartje
nog steeds in de Koelanden.

.


Tussen het Rolderdiep en het Balloërveld is nog overal een grenswal
.. (een houtwal evenwijdig aan het beekdal).
.. Dit is de oudste wal bij een beekdal.
Later ging men op de hogere delen van het beekdal dwarswallen aanleggen
.. (houtwallen die naar de beek toelopen). Waar het land te nat werd, dicht bij
.. de beek, gingen ze over in sloten.)
De meeste dwarswallen zijn helaas opgeruimd.
Bij de Koelanden zag ik er nog enige. Zie kaartfragment en foto.
Deze foto is gemaakt vanaf de weg bij De Stokkert.
.. Je kijkt oostwaarts tussen de bomen van de grenswal door
.. naar een dwarswal in de verte.
.. Helemaal links op de foto wordt het terrein zo laag dat de houtwal
.. over gaat in een sloot.


 


Hunebeddenpaar D17 en D18 (Rolde-N en -Z)

• Deze 2 hunebedden van Rolde liggen ten oosten van de kerk, achter de
.. begraafplaats. Ze behoren tot de bekendste van Drenthe.
Hunebed D17 Rolde-Noord:
.. - Volledig ingestort.
.. - Van de dekstenen rust er nog maar één op de draagstenen.
Hunebed D18 Rolde-Zuid:
.. - Bijna compleet.
.. - Met oorspronkelijk 7 dekstenen is het een middelgroot hunebed.

Ik geef hieronder over hunebed D18 Rolde-Zuid achtereenvolgens:
- een driedimensionaal model,
- een foto noordwaarts kijkend en
- een foto oostwaarts kijkend.
Onder die drie afbeeldingen zet ik telkens dezelfde compacte tekst over haar
1. Kamer, 2. Korte gang, 3. Ovale steenkrans.
Vergelijk telkens de afbeelding en de tekst om een indruk te krijgen.


Hunebed D18 Rolde-Zuid:
....... - bovenaanzicht van een driedimensionaal model: https://hunebeddeninfo.nl/#
1. Kamer:
....... -
Oorspronkelijk aantal.... dekstenen d = 7...... ..zijstenen z = 14
...... ...sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet
.......... tot een triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen,
.......... maar ook nog op een sluitsteen.
.......... De andere vijf dekstenen behoren er wel toe.
2. Korte gang ( in witte rechthoek ):
....... - van de 2 paar gangzijstenen is alleen het eerste paar over ; wel zéér lage.
....... - de gangdeksteen van dat eerste paar is verdwenen.
3. Ovale steenkrans: zoals meestal afwezig.
......... ( Bij steenroof in het verleden verdwenen de kleinere stenen als eerste.
........... Denk aan de stopstenen, de gangstenen en de kransstenen )


• Noordwaarts kijkend
.
1. Kamer:
....... -
Oorspronkelijk aantal.... dekstenen d = 7...... ..zijstenen z = 14
...... ...sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet
.......... tot een triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen,
.......... maar ook nog op een sluitsteen.
.......... De andere vijf dekstenen behoren er wel toe.
2. Korte gang ( in witte rechthoek ):
....... - van de 2 paar gangzijstenen is alleen het eerste paar over ; wel zéér lage.
....... - gangdeksteen van het eerste paar is verdwenen.
3. Ovale steenkrans: zoals meestal afwezig.
......... ( Bij steenroof in het verleden verdwenen de kleinere stenen als eerste.
........... Denk aan de stopstenen, de gangstenen en de kransstenen )


• Oostwaarts kijkend
.
1. Kamer:
....... -
Oorspronkelijk aantal.... dekstenen d = 7...... ..zijstenen z = 14
...... ...sluitstenen s = 2
....... - Zoals gebruikelijk behoren de dekstenen aan de uiteinden niet
.......... tot een triliet-constructie. Zij rusten namelijk niet alleen op 2 zijstenen,
.......... maar ook nog op een sluitsteen.
.......... De andere vijf dekstenen behoren er wel toe.
2. Korte gang ( in witte rechthoek ):
....... - van de 2 paar gangzijstenen is alleen het eerste paar over ; wel zéér lage.
....... - gangdeksteen van het eerste paar is verdwenen.
3. Ovale steenkrans: zoals meestal afwezig.
......... ( Bij steenroof in het verleden verdwenen de kleinere stenen als eerste.
........... Denk aan de stopstenen, de gangstenen en de kransstenen )

 

 

 

.
Wat is een hunebed:

.

Hunebedden zijn de oudste, zichtbare archeologische
monumenten van Nederland.
Ze stammen uit de Nieuwe Steentijd ongeveer 3000 voor Chr.

Het zijn groepsgraven van een prehistorische boerencultuur
(de eerste boeren in Drenthe).
Deze cultuur dankt haar naam, Trechterbekercultuur , aan de karakteristieke vorm van het aardewerk dat in grote hoeveel-
heden in de hunebedden is aangetroffen.
Ooit was deze Trechterbekercultuur over een groot deel van
Noordwest-Europa verspreid. We zien dan ook vlak over de grens
in de Hümmling vergelijkbare grafmonumenten.
 

De grote zwerfstenen die voor de bouw gebruikt werden, zijn
aan het einde van de voorlaatste ijstijd, het.Saalien (ca. 150.000 jaar geleden), met het landijs vanuit Scandinavië. aangevoerd.

De meeste hunebedden zijn onvolledig, doordat later alle kleinere
stenen (stopstenen, steenkrans) en de dekheuvel zijn verwijderd.
Van het hunebed bleef dan slechts een geraamte over van grote
keien.

Hunebedden waren in feite de oudste grafheuvels die we kennen.
Bij sommige hunebedden is de aanzet van die dekheuvel nog te zien.

In totaal zijn er nog 53 zichtbare hunebedden in Nederland.
Naast de 52 Drentse hunebedden ligt er nog 1 in Noordlaren (Gr.)

Ze liggen in wettelijk beschermde hunebedreservaatjes.
Van tientallen andere is bekend waar ze gestaan hebben, maar die
zijn nu verdwenen.


Hieronder zie je mijn tekening van een middelgroot hunebed met alles
erop en eraan.

.
Vooraanzicht en plattegrond van een middelgroot hunebed ( 6 dekstenen).
Deze tekeningen zijn schematisch.
.. Een realistische plattegrond zie verderop bij hunebed D53 Havelte-West.

In het midden van de zuidelijke lange zijde kwam de
korte gang naar de kamer.
.. Deze korte gang bestond bij een middelgroot hunebed uit
...2 paar gangzijstenen met 1 gangdeksteen op het eerste paar.
• De dekheuvel bestond uit aarde ( of toch ook stenen ? zie foto verderop )
Rond de voet van de dekheuvel liep een
ovale steenkrans.
.. Deze bestond uit enkele tientallen staande kransstenen ( k ).


T-vormige ganggraven:
Onze hunebedden behoren tot het type 'T-vormige ganggraven'.
- ganggraven : omdat ze een gang hebben.
- T-vormig : omdat de plattegrond ( van de kamer met korte gang )
..de vorm van een hoofdletter T met een korte stam heeft.
Zie plattegrond hierboven.

1. Kamer:

Hunebedden hebben een rechthoekige kamer van grote zwerfkeien.
Ze zijn gebouwd van 2 oost-west gerichte evenwijdige rijen zijstenen,
waarbij 2 tegenover elkaar gezette zijstenen telkens 1 zware deksteen
dragen ( trilieten = groepjes van 3 stenen ).
Omdat de eerste en de laatste triliet gemakkelijk om kunnen vallen,
zette men daar geen triliet, maar een groepje van 4 stenen.
(de deksteen rust daar niet alleen op de 2 zijstenen, maar ook op
een sluitsteen ).
Je hebt nu een rechthoekige kamer gekregen met muren en een dak.
Om te verhinderen dat regenwater de kamer insijpelde, vulde men
de gaten tussen zijstenen met stopstenen op.
Deze stopstenen bestonden uit platte stukken gespleten graniet
(zie foto verderop ).
Ook de openingen tussen dekstenen werden afgedekt door platte stenen.
Aan de buitenkant kwam daarover waarschijnlijk een leemlaag en
daar weer overheen een ovale dekheuvel. Deze dekheuvel is nu
meestal verdwenen.
De keienvloer in de kamer lag lager dan het maaiveld en was bedekt
met een laag granietgruis.

2. Korte gang:

De kamer is toegankelijk via een korte gang meestal in het midden van
de lange zijde en bijna altijd gelegen aan de zuidkant.
Deze korte gang staat haaks op de kamer.
Ze bestaat uit 1 tot 2 paar gangzijstenen, al of niet met 1 gangdeksteen.
( De kleine hunebedden met kamers van 2 of 3 dekstenen hebben
slechts een ingang zonder gang.)
De zwerfkeien van de korte gang zijn minder groot dan die van de
kamer. Je moet dan ook kruipend door de korte gang de kamer in.
Of en hoe de ingang werd afgesloten weet men niet.
Een drempelsteen lag in de ingang tussen de zijstenen.

3. Ovale steenkrans:

Over het hunebed werd een ovale dekheuvel opgeworpen.
( De ovale dekheuvel was misschien niet bij alle hunebedden
van zand. Zie bijv. Im Moor versunkene Hünengräber.
Het zou mij niets verbazen als in een aantal gevallen ook de
in Drenthe de ovale dekheuvel uit kleine stenen bestond, maar die
later ook weer als eerste geroofd werden.
Dikwijls omgaf een ovale steenkrans de heuvelvoet.
Deze krans van stáánde stenen sloot aan op de korte gang en
vormde een boog rond de voet van de ovale dekheuvel.


Hunnebedden zijn aanvankelijk gebruikt voor bijzetting van onverbrande
.. doden. Later ook nog voor gecremeerde doden. Sommige hunebedden
.. werden zelfs nog in de bronstijd gebruikt.
Deze grafkamers werden gedurende een aantal generaties gebruikt
.. door bepaalde vooraanstaande families.
De zure bodem in Drenthe heeft vrijwel alle organische resten
.. ( skeletten, hout, touw, linnen kleding, leer ) doen vergaan, zodat
.. slechts de
grafgiften overbleven. Denk daarbij aan:
..
- aardewerk potten met eten en drinken,
.. - bijlen van steen en vuursteen,
...- vuurstenen pijlspitsen,
.. - barnstenen kralen.


Om de hunebedden te groeperen naar grootte (klein, middelgroot, groot)
.. kun je als maat gebruiken de lengte van de binnenzijde van de kamer.
.. Ik gebruik hier een minder nauwkeurige, maar wel gemakkelijker maat:
.. het aantal dekstenen.
.. De Nederlandse hunebedden varieren van 2 t/m 10 dekstenen.
.. ( In Duitsland heeft men nóg grotere. )

.. 2, 3, 4 dekstenen = klein hunebed.
.. 5, 6, 7 dekstenen = middelgroot hunebed.
.. 8, 9, 10 dekstenen = groot hunebed.

..
De lengte van de binnenzijde van de kamer in meters is ongeveer
.. 2 keer het aantal dekstenen. Dus bij 10 dekstenen heb je een kamer
.. van ongeveer 20 m.



.• Bij hunebed D53 (Havelte-West) is mooi te zien hoe een kamer in elkaar zit.
.. Het is een aantal trilieten achter elkaar in een rij.
• Een triliet is een groep van 3 grote zwerfkeien.
.. Je zet twee staande zijstenen schuin naar binnen hellend tegenover elkaar
.. met hun platte kant naar binnen gekeerd.
.. Daar leg je een nog grotere steen, de deksteen, horizontaal bovenop
.. met zijn platte kant onder. Hij vormt het dak (zie foto). ..
• Doordat de platte kanten in de binnenkant van het monument zitten,
.. werd een min of meer gave kamer gevormd.
• De stopstenen ( dry stone walling ) waarmee alle openingen tussen de zijstenen
.. werden dichtgestopt, zijn verdwenen.
• Het keienvloertje is hier van platte stenen, daar zijn vaak ook ronde voor gebruikt.


.
Stopstenen ( platte stukken gespleten graniet) vulden de gaten op tussen
.. de grote stenen. ( Zij dragen dus de dekstenen niet ).
.. Het was droog metselwerk , d.w.z. zonder gebruik van mortel of cement.
.. Dit noemt men dry stone walling (Eng).
• Bij een hunebed had men ook een keienvloertje.

.
• Het hunebed D49 Schoonoord werd bij een latere reconstructie
.. aan de westzijde met een dekheuvel overdekt.

.• Het hunebed D49
Schoonoord heeft een korte gang haaks op de kamer.
.. Ze bestaat uit 2 paar gangzijstenen (z) met 1 gangdeksteen (d) op het eerste paar.

.
• Het hunebed D49 Schoonoord
• Je kijkt hier westwaarts.
De
korte gang heeft kleinere zwerfkeien dan de kamer rechts ervan.
.. Je moet daarom kruipend erdoor naar de kamer ( zie pijl ).
Achter de korte gang zie je de dekheuvel over het westelijke deel
.. van het hunebed en boven en links van de pijl 3 kransstenen.

.
• Plattegrond van D53 Havelte -West.
... zwart = staande stenen ...... grijs = dekstenen ...... wit = ontbrekende stenen.
• We zien hier 9 dekstenen die rusten op 21 zijstenen.
.. Hier zijn 4 trilieten ( zie rode t ).
.. De andere dekstenen rusten op méér dan 2 stenen.
• Omdat de eerste en de laatste triliet in een rij gemakkelijk om kunnen vallen,
.. zette men daar geen triliet, maar een groepje van 4 stenen, namelijk:
.. de deksteen rustend op 2 zijstenen en een sluitsteen.
.. Daarnaast heeft men op nog enkele andere plekken geen triliet gebruikt.
• De korte gang ( zie vierkant ) is bijna compleet, d.w.z. :
.. slechts 1 gangzijsteen is afwezig.

• Van de ovale steenkrans is minder dan de helft nog aanwezig ( de zwarte stenen).

.• Een dekheuvel hoeft niet uit zand te bestaan. Het konden ook stenen zijn.
.. Dit heeft men o.a. ontdekt bij Im Moor versunkene Hünengräber.

. www.geheugenvandrenthe.nl/hunebed

. https://issuu.com/virtumedia/docs/archeologie_mag....

. www.archeologiehuiszuidholland.nl/images/Intranet/p.....


.
• Een trechterbeker lijkt niet op wat wij onder een beker verstaan, al zal er zeker
.. uit gedronken zijn. Het is een pot met een trechtervormige kraag op een kom.
.. Hij heeft daardoor een wijde opening.
.. De kom heeft vaak diepsteekversiering : stippeltjes of streepjes aangebracht in
.. de nog zachte klei.


Fotoalbum:
...

 

Esdorpen: buurschappen en kerkdorpen:
Het
Drentsche Aa-gebied kende in het verleden tientallen esdorpen
met ieder hun eigen
marke (= dorpsgebied).
De meeste esdorpen waren
buurschappen ( die hadden geen kerk ).
.. Voorbeelden hiervan waren
Loon, Taarlo, Balloo, Deurze en Gasteren.
Ongeveer 1 op de 4 esdorpen waren
kerkdorpen.
.. Voorbeelden hiervan waren Rolde en Anloo.


Knapzak-ABC:
Zie: https://knapzakroutes.nl/bokd/knapzak-abc/
Hier wordt het landschap uitgelegd met behulp van 60 trefwoorden.
Voorbeelden daarvan zijn: boermarke, brink, Celtic field-gebied en havezate.

 

Routeboekje:

.
..
K 38 Balloo - Rolde



Achtergrondinfo hunebedden:

.
..
Gids voor de hunebedden in
..... Drenthe en Groningen.

..... Wijnand van der Sanden,
..... Tweede, herziene druk,
..... WBOOKS, Zwolle

.


Te bestellen bij:
Reisboekwinkel de Zwerver ( webshop voor reisgidsen en landkaarten) 



ANWB Campings:
Zie voor een overzicht anwb.nl/drenthe


Wildkamperen:
Een nachtje bivakkeren ('s avonds de trekkerstent opzetten en 's morgens weer afbreken) is geen probleem
in dit gebied.


Overnachting:

Voor mooi gelegen vakantiehuisjes in de natuur
ga je naar Natuurhuisje.nl

.

 

 

... Deze wandelsite is niet-commercieel, onafhankelijk en gratis.
... Dat is enkel mogelijk door steun van de bezoekers.
...
... Heb je hier goede info gevonden, toon dan je waardering door een
... kleine donatie voor het vele werk.
... .Zo kan de website ook gratis blijven en uitgebouwd worden!

............................................... .
... • Betaal met deze knop in een paar klikken via je eigen PayPal-saldo.
... • Heb je zelf nog geen PayPal-rekening, dan kun je toch via PayPal
...... vanaf j
e creditcard geld overmaken.

....Uiteraard kun je ook doneren door overschrijving op mijn
.. ING-bankrekening:

.. IBAN : NL38 INGB 0003 5057 89
.. BIC : INGBNL2A
.. t.n.v. P. C.M. Smulders.



De andere mooiste knapzakroutes vind je op:
.
www.pietsmulders.nl/nederland_knapzakroutesdrenthe.html



. .... . .... .

LAATST BIJGEWERKT : 2-6-2020