.
BØDALEN
*
aan noordwestzijde van de Jostedalsbreen

 

 

Uit de collectie
Dagwandelingen Zuid-Noorwegen
www.pietsmulders.nl/noorwegen.




..... Groen= bos ........ Grijs= open gebied
Dit kaartfragment is voldoende. Je hoeft dus geen turkart te kopen.
Een goede kaart van heel Noorwegen vind je op www.norgeskart.no





Belangrijkste gegevens:

. Naar Bødalsbreen en terug:
1.15. + 1.15 = 2.30 uur (zuivere looptijd).
Stijging is er op deze wandeling maar weinig.
Daarnaast nog een kort uitstapje over het pad richting Lodalskåpa:
0.20 + 0.20 = 0.40 uur.
Totale looptijd wordt hiermee:
2.30 + 0.40 = 3.10 uur

. Licht/middelzwaar.

Heen-en-terugwandeling vanuit het setergebied Bødalssætra (op 580 m) naar het uiteinde van de gletsjertong Bødalsbreen (op 600 m). Je stijgt dus maar weinig.

Hier aan de noordwestzijde van de plateaugletsjer Jostedalsbreen regent het tamelijk veel (2000 mm neerslag per jaar).

Wandelboekje met achtergrondinfo was verkrijgbaar bij het Jostedalsbreen Nasjonalparksenter aan het meer Strynsvatn.

De 3 mooiste dalen rond de ijskap Jostedalsbreen zijn Erdalen, Bødalen en Austerdalen. (Wel heeft Bødalen de laatste decennia veel geleden onder overbegrazing door 70 koeien en 200 schapen)

In dit dal komen vanaf de plateaugletsjer Jostedalsbreen maar liefst drie gletsjertongen naar beneden.

ANWB Campings:
Zie voor een overzicht anwbcamping.nl/noorwegen

Wildkamperen:
In Noorwegen mag je kamperen in de vrije natuur (allemansrecht). Zet je tent maar op een leuke plek langs een rivier of meer. Zoek wel een rustig, afgelegen plekje minimaal 150 m van een huis of hut.



Korte routebeschrijving: .
Rijd over de 5 km lange bomveg (= tolweg) naar de parkeerplaats ten westen van het setergebied Bødalssætra. Begin daar de wandeling over een tractorweg.
Na 10 minuten kom je bij het setergehucht.
Bødalssætra bevindt zich op 580 m boven zeeniveau. Het bestaat uit voormalige seterhuisjes die nu in gebruik zijn als recreatiewoningen. Daarnaast is er een onbediende turisthytte.
De gebouwtjes staan aan weerszijden van een weg, wat ongebruikelijk is in West-Noorwegen
.
Je kunt over een pad naar het gletsjerfront (uiteinde van de gletsjertong) van de Bødalsbreen wandelen.
Onderweg passeer je een lange eindmorene.
Tot zóver schoof de gletsjer vooruit tijdens de Kleine IJstijd (1700-1748), een
korte fase van vooruitgang.
Bij de gletsjer is een delta opgebouwd in het meer Sætrevatnet (op 600m hoogte boven zeeniveau). Bij deze wandeling naar het meer stijg je dus slechts enkele tientallen meters.



De recreatiewoningen van Bødalssætra staan aan weerszijden van een weg. Dit is ongebruikelijk in West-Noorwegen.




Een dergelijk mooi parklandschap had je vroeger in Bødalen overal. De laatste keer dat ik er was, was het gebied helaas overbegraasd. Daardoor vind ik nu Erdalen het mooiste van de dalen rond de ijskap Jostedalsbreen.


Zuidwaarts kijkend naar de gletsjertong Bødalsbreen).


Noordwaarts kijkend vanaf het gletsjerfront (uiteinde van de gletsjertong).
Achter de rotsblokken zie je een delta in het meer Sætrevatnet.
Wanneer het meer in de toekomst helemaal opgevuld zal zijn met delta-afzettingen spreken we van een spoelzandvlakte.
Rechtsboven in de foto zie je nog een gletsjer boven in een hangend zijdal met een waterval bij de monding. Die gletsjer heet Skålebreen.


.
Wees bij de gletsjer aangekomen zéér alert, want daar loeren 4 gevaren:
1. afbrekende ijsblokken.
2. gevaarlijke gletsjerspleten (Kom dus niet óp de gletsjertong zonder gids en gletsjeruitgrusting.)
3. plotselinge vloedgolf doordat er ijs afbreekt aan het steile gletsjerfront.
4. vallende stenen/rotsblokken van de steile hellingen.

 

aaaa

 

1. Dwarsprofiel: U-vormig, d.w.z.
brede, vlakke dalbodem + steile dalwanden

Dalen die door gletsjers geërodeerd zijn, herken je meestal gemakkelijk aan hun U-vormig dwarsprofiel.
(Dit in tegenstelling tot rivierdalen, die vaak een V-vormige dwarsdoorsnede hebben.)

Bij zo'n door gletsjers geërodeerd dal is de dalbodem sterk verbreed en zijn de dalwanden veel steiler geworden. Dit U-vormig dwarsprofiel wordt vaak nog geaccentueerd doordat het laagste deel van de dalbodem na de vergletsjering verder vervlakt door opvulling van meren met delta-afzettingen.

De verbreding van de dalbodems is het gevolg van de omstandigheid dat gletsjererosie, i.t.t. riviererosie, niet beperkt is tot een smalle strook onderin het dal (de rivierbedding zelf), maar plaatsvindt over de gehele door ijs bedekte oppervlakte (dus de gehele dalbodem en het onderste deel van de dalwanden (middelste tekening).

.
The formation of a U-shaped cross-profile.


Fig.1 Before the Ice Age:
Rivers in mountains ran down V-shaped valleys.


Fig.2 During the ice Age:
When a glacier rumbled down the same valley the ice was so thick that it was able to pluck
(plukken) and abrade (schuren) the valley floor (dalbodem) as well as the valley sides (dalwanden).
So the V-shaped valley became a U-shaped valley, with a flat valley floor
(dalbodem) and steep valley sides (dalwanden).
(Plucking = a type of glacial erosion that occurs when ice freezes onto the floor and sides, ripping out
rocks when it moves).

(Plukken = het loswrikken van rotsblokken (langs splijtvlakken) en vervolgens wegvoeren.
Het is het belangrijkste van de twee processen. Door plukken verdwijnt er veel meer volume aan rots dan door schuren.

Fig.3 After the Ice Age:
Now that the ice has all gone, this U-shaped valley has a river flowing through them again. But the river is too small for this very wide valley and is called misfit stream
(hongerrivier).
At the valley sides
(dalwanden), scree (hellingpuin) often builds up from all the freeze-thaw weathering (vorstverwering) that has taken place on the valley sides (dalwanden) above. (m.a.w. de overgang tussen de dalwand en de dalbodem is dikwijls bedekt met naar beneden gevallen puin dat zich verzamelt heeft in een puinhelling.)



. Erdalen is a U-shaped valley (= dal met een U-vormig dwarsprofiel).


Hoe diep de gletsjer uitschuurt, houdt vooral verband met de hardheid van het gesteente, daarnaast met de dikte en stroomsnelheid van de gletsjer.

Kleine zijgletsjers zijn minder dik en hebben een lagere stroomsnelheid dan de hoofdgletsjers. Daardoor zijn de dalen van kleine zijgletsjers ook veel minder diep uitgeschuurd dan de hoofdgletsjerdalen waarin zij uitmonden. Dit leidt, na afsmelting, tot de aanwezigheid van 'hangende' zijdalen. (Zie tekening B hieronder). De rivieren van de zijdalen komen dikwijls als hoge watervallen naar beneden (voorbeeld Utladalen-wandeling)
(Bij rivier-erosie heb je dat niet; daar ligt de bodem van het zijdal bij de monding gewoonlijk wel op hetzelfde niveau als de bodem van het hoofddal)



A. During maximum glaciation (vergletsjering) , the U-shaped valley is filled by ice to the level of the small tributaries (zijgletsjers).

B. After glaciation the valley floor (dalbodem) may be occupied by a stream and ribbon lakes (langgerekte meren).

C. If the main stream is heavely loaded, it may fill the valley floor with sediment.

D. Should the glacial valley have been deepened (uitgediept) below sea level, it will be occupied by a fjord (= deep, narrow estuary).

Een fjord is eenzelfde reliëfvorm als een U-vormig dal, maar hier heeft de gletsjer zo diep uitgeschuurd dat na het afsmelten van het ijs dit U-vormige dal met zeewater is gevuld (zie tekening D).
Je ziet dat op de fjordbodem nog geen afzettingen zijn.
Slechts bij het binnenste fjordeinde is er een begin van delta-afzettingen in de fjord. Denk bijv. aan Lysebotn (Kjerag-wandeling)


aaaa


2. Lengteprofiel: trapvormig
(opeenvolging rotsdrempels en bekkens)
.
Dalen die door gletsjers geërodeerd zijn, herken je ook aan het lengteprofiel. Het is gekenmerkt door een trapvormig stijgende dalbodem m.a.w. er is een opeenvolging van steile gedeelten (voorzijden van de rotsdrempel) en vlakke gedeelten (bekkens met daarin een meer, of opgevuld met delta-afzettingen).

Rotsdrempels:
Een rotsdrempel is een rotsige rug dwars over het dal.
De voorzijde van de rotsdrempel kan zo steil zijn dat het water er als watervallen overheen stort.
Na de ijstijd heeft de rivier in een rotsdrempel dikwijls een scherp V-dalletje of een kleine kloof uitgeschuurd.

Bekkens:
Een bekken is een uitdieping in een gletsjerdal.
De vlakke gedeelten in een gletsjerdal vertonen vaak bekkens. Deze bekkens kunnen tientallen tot zelfs meer dan 100 meter diep zijn.
In eerste instantie zijn ze gevuld met meren(1), maar na verloop van tijd worden die weer opgevuld met delta-afzettingen(2). Je ziet er nu spoelzandvlakten en beneden bij de boerderijen landbouwgebied.
Hoe diep de uitschuring van de bekkens is, houdt vooral verband met de hardheid van het gesteente, daarnaast de dikte en stroomsnelheid van het ijs.




Zéér instructief is het mooie Erdalen:

.
Rotsdrempels:
In het begin van de wandeling passeren we de markante rotsdrempel Hesthammaren.
Later heeft de rivier hier een kleine kloof uitgeschuurd.

Bekkens:
In dit dal zijn 7 bekkens (zie onderstaande lengteprofiel).
Tijdens de autorit door het landbouwgebied passeren we er al 3, namelijk de vlakten bij achtereenvolgens de boerderijen Erdal, Tjellaug en Greidung.
Daarna passeren we er op onze wandeling nog 4. Dat zijn de drie spoelzandvlakten Sandane, Grandane en Ulvestegen en het gletsjermeer bij de gletsjertong Erdalsbreen.

. Stepped longitudinal profile of Erdalen taken along the river bed showing surface elevation and sediment depths.


. Glacially eroded valleys in most of the cases show a very typical, stepped (getrapt) longitudinal profile, consisting of alternating rock thresholds (rotsdrempels) and basins (bekkens).
. These basins are called glacial overdeepenings
(uitdiepingen) and are presently oftentimes filled with lakes, sediments (and sometimes seawater) (Dit laatste is het geval bij fjorden).
. Glacial overdeepenings (uitdiepingen) have been exposed during the last deglaciation as glacial lakes(1) (gletsjermeren) and flatbottomed valleys(2)(zie hieronder rechtse tekening).
. These basins
(bekkens) have been identified as evidence for glacial erosion, since rivers do not transport eroded material upslope out of the basins, which indeed glaciers can do (Zie hieronder linker tekening).
Een gletsjer beweegt in de richting van het helling van het gletsjeroppervlak. Deze richting hoeft niet hetzelfde te zijn als de hellingrichting van het terreinoppervlak onder die gletsjer. Hij kan dus hellingopwaarts stromen (zie linkse tekening).



. Linkse tekening:
Glaciers can transport eroded material upslope.
(linksboven: Tributary glacier = zijgletsjer).

.
.
Rechtse tekening:
After the glacier retreats
(terugwijkt; slinkt), the basins (bekkens) are first filled with water (zie 1. Glacial lake (=gletsjermeer) and later on with delta-deposits (zie 2. Flat-bottomed valley).



Glaciale uitdiepingen
vinden plaats door plukken (plucking) en schuren (abrasion).

1. Plukken
(= het loswrikken van rotsblokken (langs splijtvlakken) en vervolgens wegvoeren.)
Between a glacier and the rock underneath is a thin film of meltwater. This water sometimes freezes, so the glacier becomes attached to the rock. Then, when the glacier moves forward, it pulls away any loose fragments of rock.
This powerful process is called
plucking.
(It is highly likely that the rock will already have loose fragments because of freeze-thaw weathering (vorstverwering).This is the weathering process where water seeps into cracks (scheuren), freezes and expands, gradually wedging open cracks until the rock breaks.)

2. Schuren
(abrasion):

Once the glacier has plucked away pieces of rock, they become embedded
(vast te zitten) in the bottom of the glacier and scrape (schuren) the rock surface as the glacier moves. This slower process of erosion is called abrasion (schuren).

. Plukken is het belangrijkste van de twee processen. Door plukken verdwijnt er veel meer volume aan rots dan door schuren.

. Major plucking steps are often found on the slopes down-valley of the thresholds
(rotsdrempels), while the up-valley dipping slope of the basins (bekkens) are usually more scraped.


 Bij de Blåisen-wandeling zag ik het onderstaande resultaat na het terugwijken van de gletsjertong. Grote Rotsblokken van een halve meter hoog en meterslang waren door het ijs geplukt. (Plukken is het belangrijkste proces. Schuren verwijdert niet veel rots).
https://thesiscommons.org/

aaaa

 

Jostedalsbreen (ca. 480 km²)

. Deze ijskap is de grootste van het Europese vasteland, (en na de Vatnajøkull (ca. 8400 km²) op IJsland de tweede grootste van Europa.)
. Ze ligt tussen de Sognefjord en de Nordfjord.
. Van noord naar zuid is ze ca. 60km lang (zie kaart).
. Het hoogste punt óp de gletsjer is de Høgste Breakulen (1957m) en de hoogste berg is de Lodalskåpa (2083m) (zie kaart).


.
. De hoogste berg is de Lodalskåpa (2083m).
. Het hoogste punt óp de gletsjer is de Høgste Breakulen (1957m)




Jostedalsbreen is géén plateaugletsjer:
.
Er zijn diepe dalen onder de gletsjer. Het is daarom géén plateaugletsjer ! Zie het diagram hieronder.
For a long time Jostedalsbreen was referred to as a plateau glacier because many experts believed that most of the ice rested on a mountain plateau or a ridge.
A few years ago, special radars were used to measure the thickness of the ice and to chart
(in kaart brengen) the glacier and the underlying terrain. It proved to be surprisingly varied, with deep valleys and depressions, some bowlshaped, others quite long.





De Jostedalsbeen-ijskap heeft tientallen gletsjertongen. Zeer bekend daarvan zijn:

1. Briksdalsbreen:
This outlet glacier retreated (slonk; week terug) about 800 meters between 1932 and 1951 and in front of it, a small lake called Briksdalsvatnet appeared.
Interestingly, the water was later covered by glacier movement and then was uncovered yet again in 2008.

2. Nigardsbreen:
On this outlet glacier you can make glacier walks.
The name of the glacier comes from a local farm that was crushed by it in about 1750 when the glacier advanced (oprukte) several kilometers in just 50 years.
It eventually stopped advancing 4.5 kilometers from where it stands today.

Since 2000 the glacier has retreated (geslonken; teruggeweken) quite a bit, but still remains one of the most popular glaciers in Norway to visit.
www.youtube.com/watch



.
. De gletsjertong Nigardsbreen is een van de grotere gletsjertongen van de ijskap Jostedalsbreen.

.
. The Nigardsbreen glacier tongue in 1990.
. In 1930 the front of Ni
gardsbreen glacier lay at the lake outlet (uitloop), and it retreated (slonk; week terug) rapidly until 1990. Since then it has advanced (opgerukt; vooruitgegaan; vooruitgeschoven) slightly.
. All of the lobate moraine ridges between the lake and the houses are marginal moraines
(randmorenes) which were deposited during the long period between 1750 and 1930.
. Note the typical U-shaped valley which has formed by the glacier during many ice ages.


.
. Lengteprofiel van de Nigardsbreen.
. Rond 1720 - 1750 rukte de gletsjertong op. Ze verwoestte daarbij onder andere de boerderij Nigard (vandaar de naam Nigardsbreen)
. Sinds 1750 is de gletsjertong korter geworden (ca.
. 4.km), dunner en smaller.
. Een aantal korte fasen van vooruitgang leverden eindmorenes op voor de gletsjer.




3. Bøyabreen:
It is located in Fjærland and is easy to see from the Rv5 when driving.
The reason this glacier made the list is that it is definitive proof of climate change and the glacier arm has retreated (geslonken) so much that is is hardly necessary to measure its length anymore.


.



4. Austerdalsbreen:
This outlet glacier is fed by the three colossal icefalls: Odinsbreen, Torsbreen and Lokebreen.
Austerdalsbreen is famous for its pattern of arcuate lines, so-called ogives (seen best from some distance up).

Here is one of the most classical glacier hikes in Norway, the crossing of Jostedalsbreen from Tungestølen over the glacier down to Kattenakken and Briksdal. This trip was first completed and documented by William Cecil Slingsby in 1894.

.
. Je kijkt hier noordwestwaarts langs de gletsjertong Austerdalsbreen naar twee ijsvallen in de verte. Deze foto is genomen vanaf de rotsdrempel een beetje verder dan het gedenkteken van Slingsby. Twee van de drie ijsvallen zijn daar te zien. Ze zijn genoemd naar Noorse goden.



aaaa



..Deze wandelsite is niet-commercieel, onafhankelijk en gratis. Dat is enkel mogelijk door steun van de bezoekers.

Heb je hier goede info gevonden, toon dan je waardering door een kleine donatie voor het vele werk. Zo kan de website ook gratis blijven en uitgebouwd worden!

...................... .
. Betaal met deze knop in een paar klikken via je eigen PayPal-saldo.
. Heb je zelf nog geen PayPal-rekening, dan kun je toch via PayPal vanaf je creditcard geld overmaken.

Uiteraard kun je ook doneren door overschrijving op mijn
ING-bankrekening:

IBAN : NL38 INGB 0003 5057 89
BIC : INGBNL2A
t.n.v. P. C.M. Smulders. ....


Zie voor de andere
Dagwandelingen Zuid-Noorwegen:
www.pietsmulders.nl/noorwegen....



LAATST BIJGEWERKT : 9-3-2022.